Op woensdag 9 december vindt het allereerste WK Zwift (of zoals het officieel heet: UCI Cycling E-sports World Championship). De koers wordt zoals de officiële naam al doet vermoeden (mede) door de UCI georganiseerd - er is een heuse virtuele regenboogtrui te winnen; hier lees je meer over het evenement. Daarom zal er ook streng op het gebruik van mechanische doping worden gecontroleerd en is er een streng protocol voor deelname.
Zo zullen Thomas de Gendt, Rigobert Uran, Annemiek van Vleuten, Anna van der Breggen een dag voor het evenement een video naar de UCI moeten sturen waarin hun gewicht minitieus gecheckt zal worden. De renners en rensters moeten eerst een halter van 10 kilo op hun weegschaal filmen, daarna zichzelf op de weegschaal en vervolgens zichzelf mét halter op de weegschaal.
Het gewicht van de renner/renster dat daaruit komt, dient te worden ingevuld in het Zwift-profiel. Net als in het echte wielrennen is het gewicht erg belangrijk in Zwift. Misschien wel nog meer dan in de echte wereld draait het in Watopia allemaal om het aantal Watts per kilogram.
Naast gewicht wordt er in Zwift ook regelmatig vals gespeeld met de smarttrainers (en het vermogen dat ze al dan niet leveren). Dat lossen de UCI en Zwift op door iedereen op dezelfde trainer te laten rijden: een Tacx Neo 2T, die officieel gekalibreerd wordt.
Behalve de al eerder genoemde namen verschijnen ook profs als Alberto Bettiol, Ivan Garcia Cortina, Domenico Pozzovivo en Eli Iserbyt aan de start. Zij ontvangen wildcards, want de échte startbewijzen zijn voor renners die zich alleen maar bezighouden met virtueel racen, toch wel een heel andere discipline dan wegwielrennen. Zo is de grote favoriet voor de wereldtitel een Belg, Lionel Vujasin.