Een P.S. vooraf: dit is niet per se de volgorde van 1 tot en met 7 qua zwaarte, maar meer in de volgorde waarin ze gereden worden, wel zo handig toch?
1) Zoncolan
Deze had dan toevallig waarschijnlijk ook wel op 1 gestaan als we dit lijstje wél op volgorde van zwaarte hadden gemaakt... Zaterdag moeten de renners eraan geloven. Meevallertje: ze doen 'm niet van de allerzwaarste kant, maar in deze variant vanaf Bivio is het nog steeds een monster, met name in de laatste drie kilometer - op het allerlaatst zie je als je goed kijkt in het profiel zelfs het cijfertje 18,8% staan, en een maximum stijgingspercentage van 27%
Wanneer: aankomst bergop, zaterdag 22 mei.
Oude beelden van de Zoncolan, altijd mooi!
2) Passo Fedaia
Net als bij de Zoncolan zit aanstaande maandag het venijn in de staart bij de Passo Fedaia in de fraaie Dolomieten. En dat is me nogal een staart, want bij de Fedaia zijn de laatste 6 kilometer slopend. Vanaf Malgia Ciapela gaat het zonder bochten een paar kilometer steil omhoog - met wind tegen hels, kan de schrijver vat stukje je vertellen. Voordeel voor de renners: de klim ligt (waarschijnlijk) niet op een beslissend moment in de etappe.
Wanneer: halverwege de etappe, maandag 24 mei.
3) Passo Giau
De Giau ligt anders dan de Fedaia wél op een beslissend moment in de etappe, want het is in dezelfde rit de slotklim (geen finish bergop, er volgt nog een afdaling naar Cortina d'Ampezzo. Deelnemers aan de Maratona dles Dolomites zullen de naam Giau waarschijnlijk met afgrijzen lezen, want ook in die Gran Fondo is-ie de 'scherprechter' - en van dezelfde kant als de Giro-deelnemers 'm doen. Bijna altijd rond de 10%, nergens even een rustpuntje, dat is de Giau kort samengevat.
Wanneer: slotklim, maandag 24 mei.
Waarschijnlijk geen kaasplankje voor de Giro-renners op de top...
4) Sega di Ala
Het goede nieuws voor de renners: de laatste anderhalve kilkometer van de 11 kilometer lange klim, vlakken wat af. Het slechte nieuws: de twee kilometer daarvoor stijgt het met gemiddeld 12%. O ja, en de eerste 6 kilometer met iets meer dan 10%. De Giau, maar dan nog iets steiler...
Wanneer: aankomst bergop, woensdag 26 mei.
5) Alpe di Mera
Op het eerste gezicht iets minder zwaar dan Sega di Ala van woensdag, want minder lang en minder steil, maar nog steeds een klim waar je prima het verschil kunt maken. Zeker tussen kilometer 6 en 8.
Wanneer: aankomst bergop, vrijdag 28 mei.
6) Passo San Bernardino (Sint Bernhard-pas)
De Giro zoekt het vooral in de wat 'kortere' klimmen, maar de in Zwitserland gelegen San Bernardino is dat met z'n 23,7 kilometer niet - het is de langste beklimming in deze Giro. De Sint-Bernhard-pas is een bekende naam en dat is niet voor niks, want alhoewel hij gemiddeld 6,2% is, zitten er ook behoorlijk steile stukken in. Een grillige klim dus. Hij leidt een drieluik van klimmen in die vlak achter elkaar liggen, de laatste drie van de Giro.
Wanneer: middenin de etappe, zaterdag 29 mei.
7) Alpe Motta
Waar de San Bernardino heet klimmen in de etappe inluidt, daar is de Alpe Motta de afsluiter - van alle klimmen in de Giro zelfs. Het is ook een totaal andere klim dan de San Bernardino: kort maar krachtig. Als het nog om seconden gaat, wordt dit een mooi (klein) half uurtje klimmen!
Wanneer: aankomst bergop, zaterdag 29 mei.
- Cor Vos