Peter Winnen over Van der Poel: 'Hij heeft iets frivools, ik vind het gewoon een lekker jong'

Hij vertelt erover in het Algemeen Dagblad. "Dumoulin houdt van de sport, maar alle poeha en wat eromheen hangt, vindt hij storend. Waarom Dumoulin zo met zichzelf en met de wereld in conflict en in de knoop kan raken, is interessant. Hij stelt zich vaak de vraag: 'Wat stel ik in maatschappelijk opzicht voor? En wat is mijn rol in de wereld?' Misschien is dat al te veel gedacht voor een sporter."

"Want je moet jezelf als topsporter wel toe kunnen staan dat je in maatschappelijke zin een vrij beperkt leven heb, op schaal van het wereldgebeuren", gaat Winnen verder. "Het is ook een vrij korte periode dat je het beleeft. Je moet jezelf bedenken dat je anderen er heel veel lol en plezier mee kunt bezorgen. Wat misschien het voornaamste is: dat je er een heleboel jongetjes en meisjes van 10 of 12 jaar hartstikke blij mee maakt."

Winnen herkent het uit zijn eigen loopbaan. "Ik was een van de weinigen die zich er bewust van waren dat je met iets krankzinnigs bezig was. Laurent Fignon had dat ook wel en wij spraken daar onderling ook wel over. We moesten er ontzettend om lachen. Dat je iets doet wat je verschrikkelijk graag doet, maar wat eigenlijk niet geschikt is voor de mens."

Als schrijver was Winnen de voorbije jaren vaak kritisch op de saaie manier van koersen. Iets wat de laatste drie seizoenen niet langer aan de orde is. "De verandering is nog maar sinds kort. Sinds Sky en Froome van het toneel zijn. Maar er zijn jaren geweest dat ik dacht: als je zo verder gaat, jaag je de mensen echt weg uit de sport. Zo op de winst gericht, zo weinig op het spel. Maar op de een of andere manier is er iets losgeschoten. Ook door Mathieu van der Poel natuurlijk. Dat is echt een verfrissende wind. Die begint soms zelfs tegen zichzelf te koersen door zijn rare trucs."

"Mathieu vind ik gewoon een lekker jong. Die is ongecompliceerd, maar weet tegelijkertijd heel goed waarmee hij bezig is. Hij heeft ook het vermogen die sport helemaal los te laten. En hij houdt ervan zichzelf uit te dagen. Soms wil hij iets te veel en dan krijgt hij het deksel op de neus. Neem hoe hij tekeer ging in Parijs-Roubaix. Hij reed rond alsof niemand hem kon kloppen, maar dat gebeurt dan toch. Toch lijkt hij er niet zo’n probleem van te maken, omdat hij zo wilde koersen. Hij heeft iets frivools. Dat zit ook in zijn pedaalslag. Hij heeft ook een frivole pedaaltred."