De meeste mensen kennen Pablo Escobar en zijn gevolg als de niets ontziende drugbaronnen die Colombia gedurende lange tijd onveilig maakten. Wie de Netflix-serie Narcos gezien heeft, weet hoe het eraan toeging in die tijd.

In die serie speelt Roberto Escobar (gespeeld door Wagner Moura) ook een belangrijke rol. De twee jaar oudere broer van Pablo is in het drugsimperium de tweede man van het Medellin-kartel.

Wat in de serie niet naar voren komt en ook niet algemeen bekend is, is dat Roberto Escobar aan wielrennen deed. En niet zo onaardig ook. Hij schopte het bijna tot prof in het land met een rijke wielercultuur – denk in de laatste jaren aan Egan Bernal en Nairo Quintana, en in vroeger tijden aan namen als Lucho Herrera.

Bijna had Roberto Escobar zich tussen die namen gefietst en kenden we hem niet als ‘wereldberoemde’ crimineel. De Spaanse krant El Pais publiceerde namelijk onlangs een verhaal waaruit blijkt dat hij de jaren ’70 reed driemaal meedeed aan de Ronde van Colombia, op dat moment de grootste wielerwedstrijd van zijn land.

Maar doordat z’n broertje een opmars maakte in de criminaliteit koos Roberto om hem te helpen in plaats van zich te richten op een wielercarrière. Hij bestierde nog wel een fietsenzaak en sponsorde daarmee een wielerteam, maar toen er steeds meer geruchten kwamen dat het team met drugsgeld gefinancierd zou worden, wilde de Colombiaanse bond er niks meer mee te maken hebben.

Roberto’s bijnaam in het criminele circuit, Ossito, dateert nog van zijn tijd uit het wielrennen. Ossito betekent de Kleine Beer en Roberto werd zo genoemd omdat hij altijd met een gezicht onder de modder over de streep kwam.

In 1990 verloor de oudste telg van de Escobar-familie z’n zicht toen er in de gevangenis waarin hij toen zat een bombrief ontplofte. Sindsdien kan hij niet meer wielrennen. Sinds 2006 is Roberto Escobar op vrije voeten.

Beeld: Connor Hornby Art