In het interview waarin Mathieu van der Poel zijn rentree aankondigde, vertelde hij meteen te willen winnen. Daarmee bedoelde hij nog niet in Milaan-Sanremo, die op het laatste moment aan zijn koersschema werd toegevoegd, maar in de Settimana Coppi e Bartali.
Van der Poel zal er de nodige kansen krijgen afgaande op de vijf ritten die zijn uitgetekend. Al is het niveau van de tegenstand uitstekend in Italië, want Van der Poel treft er (waarschijnlijk) onder anderen Marc Hirschi, Ethan Hayter, Tobias Foss, Jakob Fuglsang en Vincenzo Nibali. Waar kan Van der Poel toeslaan? We zetten het op een rijtje.
Etappe 1
In rit één liggen dinsdag direct kansen voor Mathieu van der Poel. De beginfase gaat op en af en op zo'n veertig kilometer van de meet volgt het zwaartepunt. Vooral de Montefiore Conca van 3 kilometer aan 9,5 procent is loodzwaar. Pure sprinters - die hoogstwaarschijnlijk überhaupt amper aan het vertrek staan - zullen gelost worden, waardoor Van der Poel met zijn sprint zomaar kan toeslaan in Riccione.
Etappe 2
In etappe twee is dat niet heel anders, want ook daar vindt Mathieu van der Poel een parkoers op zijn maat. Het lokale rondje door Longiano bevat een beklimming van zeven kilometer aan 3,5 procent met daarvoor een muurtje van 0,9 kilometer aan tien procent. Daarop is ook de finish getrokken. Een kolfje daar de hand van iemand als Hayter, maar zeer zeker ook voor Van der Poel.
Etappe 3
Etappe drie lijkt op het eerste oog meer voor de pure klimmers. In San Marino is een lokale ronde uitgetekend met daarin een vrij zware beklimming. De finish is bovendien bergop. De eerste keer is de klim langer, maar de laatste vier keer moeten de renners 5,7 afleggen aan gemiddeld 7,5 procent.
Wellicht een interessante test hoe Van der Poel zou kunnen presteren in Luik-Bastenaken-Luik wanneer hij daar dit jaar zou starten? Al zitten er in deze etappe nog langere beklimmingen dan in La Doyenne.
Etappe 4
Ook in etappe vier is geopteerd voor een lokale ronde, maar wel met een lange beklimming halfweg de rit. De Goraiolo is 15,1 kilometer aan 4,8 procent. Niet heel steil, maar wel lang dus. De top van de klim ligt echter ver genoeg van de finish om opgedane schade te herstellen.
Vervolgens liggen er nog vier hellingen waarop het verschil gemaakt kan worden. De 3,1 kilometer aan 5,4 procent zijn ideaal voor Van der Poel. De top van de laatste helling ligt op een kleine twaalf kilometer van de meet.
Etappe 5
Niet onverwacht, maar ook de laatste etappe eindigt met een lokale ronde. En met de Mungherino (5,3 kilometer aan 6,2 procent) wederom een mooie klim voor Van der Poel. In dit geval ligt de top van de laatste klim op veertien kilometer van de finish.
Op de hoogte blijven van al het wielernieuws, de achtergronden en de randzaken van het peloton? Volg ons op Facebook, Instagram of Twitter!
Daarnaast zijn we natuurlijk ook in geprinte versie te vinden in de kiosk, met veel uitgebreidere verhalen om heerlijk op de bank te lezen in de loze uurtjes van de koers.
- Cor Vos