Parkoers
De langste etappe van deze editie van de Tour de France is die van Binche naar Longwy: 220 kilometer. En het venijn zit ‘m vooral in de staart.
Het gaat weliswaar de eerste tweehonderd kilometer op en af en er ligt ook een serieuze helling op de route, maar die klimmetjes zijn lang niet zwaar genoeg om de sprinters te lossen.
Koersdirecteur Christian Prudhomme vertelt op de website van de ASO dat de finale wel zwaarder gaat zijn dan in 2017 toen Peter Sagan met de zege aan de haal ging. De enige pure sprinter die dat jaar een ereplaats behaalde was Arnaud Démare, die zesde werd.
Dit jaar liggen er nog meer obstakels richting de slotklim naar Longwy. Te beginnen op zo’n twaalf kilometer van de meet met de Côte de Lexy (2,3 kilometer aan 4,3 procent). Later volgen de Côte de Pulventeux (0,8 kilometer aan 12 procent) en de slothelling naar Longwy van 1,7 kilometer aan 5,8 procent.
Op de slothelling loopt de steilste strook aan elf procent. Een ideaal parkoers dus voor punchers als Mathieu van der Poel, Wout van Aert en wellicht ook Michael Matthews.
Profiel
Profiel van aankomst
Tijd & TV
Je volgt de Tour op Eurosport, Sporza of de NOS. De finish wordt vandaag volgens het snelste tijdschema om 17.15 uur verwacht. Volgens het traagste tijdschema zijn de renners om 17.45 uur binnen.
Wielerhistorie
Longwy. Het is een stad gelegen aan de rivier de Chiers, het ligt dicht bij het drielandenpunt en in de periode van 1870 tot en met 1918 was de stad het enige in Frankrijk gelegen centrum van de stormachtig ontwikkelende staalindustrie.
Toen de staalindustrie in de jaren zestig van de vorige eeuw in zwaar weer kwam, is Longwy in verval geraakt. Een finish in de Tour de France kan en kon Longwy weer wat kleur geven. Eerst in 1982 toen de Belg Daniel Willems – in 2016 overleden – de Zwitser Serge Demierre wist te verslaan, later in 2017 toen Peter Sagan won en nu dus in 2022.
Toch heeft Longwy een uitgebreidere geschiedenis met de Tour de France. Sterker nog, in de eerste jaren van het wielerfestijn – nog voor de Eerste Wereldoorlog en toen Longwy een centraal punt was in de staalindustrie – was de stad een vaste finishplaats in de Franse ronde. Van 1911 tot en met 1914 was Longwy een graag geziene stad in de Tour de France.
Achtereenvolgens wonnen die jaren Jules Masselis, Odiel Defraeye en twee keer de Luxemburger François Faber. Defraeye won in datzelfde jaar weliswaar het eindklassement, maar Faber is de bekendste naam met eveneens een eindzege in de Tour de France en zeges in onder meer Parijs-Roubaix en de Ronde van Lombardije op zijn palmares.
De etappezege in Longwy en de rit die de dag erop startte in Longwy won hij allebei. Het waren de laatste wapenfeiten van zijn wielerloopbaan, want Faber kwam in 1915 om tijdens de oorlog terwijl hij een Frans vreemdelingenlegioen diende. Hij werd 28 jaar.
Trivia
Met punchers als Mathieu van der Poel en Wout van Aert die grote kans maken op de dagzege, is de kans vrij klein dat een kopgroep het weet uit te zingen tot het eind. Toch kun je er vergif op innemen dat iemand van Intermarché-Wanty-Gobert Matériaux de dag gaat kleuren in de vroege vlucht.
Ten eerste omdat de renners van de Belgische ploeg sowieso vaak ten aanval trekken, maar wellicht nog belangrijker: startplaats Binche is de uitvalsbasis van sponsor Wanty, dat sinds 2013 geldschieter is van de ploeg. Wanty begon in 2009 overigens als continentale ploeg met de naam Willems Verandas. Eén renner heeft al die jaren voor de ploeg gereden en is nu nog steeds actief voor het WorldTeam: Kévin van Melsen.
De kans dat we Van Melsen in de vlucht van de dag gaan zien, is echter zeer klein. In 2019 reed hij de Tour de France, maar de laatste jaren heeft de formatie van Hilaire Van der Schueren grote stappen voorwaarts gezet.
In 2011 kreeg de ploeg een proflicentie en vanaf 2017 verdiende het huidige Intermarché-Wanty-Gobert Matériaux drie seizoenen achter elkaar een wildcard voor de Tour de France. Vooral door de aanwezigheid van Guillaume Martin.
In 2020 visten ze achter het net nadat Martin was vertrokken, maar sinds vorig jaar zijn ze met een WorldTour-licentie verzekerd van een startplaats. In het eerste jaar als WorldTeam liet de Belgische ploeg zich al zien en in 2022 heeft het team onder leiding van performancemanager Aike Visbeek wederom een stap voorwaarts gezet.
- Beeld: ASO