Kasseienalarm in de Tour: nemen Mohoric of Lampaert na Parijs-Roubaix nu wel de bovenhand?

Alsof de Tour al geen calvarietocht is, trekt het gewriemel vandaag ook naar het hellegat van Arenberg. Stof vreten en kasseistoempen op hoog niveau. Het wordt een kanjer van etappe. Onze glazen bol tipt op… Matej Mohoric.

Of een kasseienetappe nodig is in de Tour? Die vraag komt keer op keer terug als parkoersbouwer Thierry Gouvenou het Noorden opzoekt voor wat dramatisch fietsvertier. “Ja”, is ons antwoord. Als de Tour de ultieme zoektocht naar de ultieme renner is, dan mag een kassei links of rechts geen probleem vormen.

Het klassieke tegenargument is dat een klassementsman met pech er zijn Tour kan verliezen. Akkoord, de kans op pech is groter. Maar een beetje renner tegenwoordig is wel wat gewoon en heeft verkenningswerk gedaan. Ze kunnen alles en zijn voorbereid op alles.

Groot was de verbazing toen Nibali enkele jaren geleden over de kasseien zweefde. Nog groter was de verrassing toen Pogacar dit voorjaar ook een dokkerkoning bleek. Zo bang moeten de heren van stand dus niet meer zijn van wat gehotsebots.

Een klassementsman kan bijvoorbeeld ook minuten verliezen door achter een valpartij te zitten of door in de verkeerde waaier te zitten. Opnieuw Pogacar kan er van meespreken. Bij zijn eerste Tourwinst waaierde hij rechtstreeks het verlies in, maar op La Planche pegelde hij zichzelf naar de hemel.

Chris Froome verloor zelfs tijd door – godbetert - overdreven enthousiaste supporters op een bergflank. Zouden we die dan ook van de baan de moeten halen? Nee toch. Pech zit ingebakken in de koers, in de ene rit al wat meer dan in de andere.

Wij zijn dus voor een occasionele kasseienrit. Laat dat duidelijk zijn.

Wie gaat winnen is een andere kwestie. Van Aert is natuurlijk altijd een veilige optie. Die man kan alles, zelfs – en nu wikken en wegen we onze woorden – ooit de Tour winnen. Maar in de rit naar Arenberg zien we het niet gebeuren.

Van Aert is met handen en voet gebonden aan Roglic en Vingegaard. Zij moeten veilig over de stenen geraken. Indien nodig, zal zelfs Van Aert zijn wiel moeten afstaan. Dat gevoel hebben we althans. Omdat de laatste kasseistrook pas op vijf kilometer van de meet ligt, vrezen we dus dat de Pletwals van Herentals in het gelid moet.

Om dezelfde reden zijn ook Dylan Van Baarle of Tom Pidcock geen favoriet. Zij slepen Thomas, Adam Yates en Martinez achter zich aan. Drie man om vooraan en veilig te houden, dat lijkt te veel van het goede om nog voor persoonlijk succes te gaan. Oliver Naesen zit in een identiek bootje, met Ben O’Connor in zijn wiel.

Wij gokken om die reden op iemand die niets te verliezen heeft. Iemand die niet moet omkijken naar een kopman. Van der Poel is er zo eentje, maar er bestaat twijfel of hij goed genoeg is. Mathieu zou in principe nooit zo een Wout-show toelaten, maar ondergaat de laatste dagen.

Lampaert, Asgreen en Sénéchal, drie Quick Step-kandidaten voor de prijs van één. Ze rijden goed en hoeven zich vandaag niet te bekommeren om Jakobsen. We doen er ook Stuyven en Pedersen bij. Zij beschermen elkaar, waarbij Pedersen momenteel de betere papieren lijkt te hebben.

Peter Sagan, oud-winnaar van Parijs-Roubaix is back on track. Kan hij zich nog eens loswrikken en het eventueel afmaken in een sprintje met een kleine groep? En tijdrijder Küng zit er nog tussen. Fietste een knap voorjaar op de kasseien, maar de hardknaller moet het wel nog leren afmaken.

Wij gaan voor Matej Mohoric. Hij was alomtegenwoordig in de voorbije Parijs-Roubaix. Reed de hele dag in beeld maar moest uiteindelijk Van Baarle laten gaan. Hij werd uiteindelijk vijfde, maar die man geniet van de pijn die hij anderen aandoet.

Tussen al het (ploeg)tactisch gekwispel, rijdt hij als een dolle hond gewoon weg. En hij blijft weg, zoals Lars Boom en Tony Martin hem ooit voordeden in de hel van de Tour. We gunnen het de Sloveen.

En Van Aert? Als zijn kopmannen veilig zijn wordt hij… tweede.