Het klassieke voorjaar van Mathieu van der Poel zit erop. En - om met Ivo Niehe te spreken - dat was unaniem een belachelijk groot succes. De wereldkampioen won de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, reed naar het podium in Luik-Bastenaken-Luik en hielp en passant ploeggenoot Jasper Philipsen ook nog eens aan de zege in het resterende monument, Milaan-Sanremo.
Mislukte missie goedmaken?
Wat nu, is de grote vraag die wielerminnend Nederland (en de rest van de wereld) bezighoudt. Het leek er lange tijd op dat Van der Poel zijn mislukte olympische missie - weet je nog, het plankje... - van Tokio wilde goedmaken en op de fiets met de dikke banden aan de start zou staan in Parijs komende zomer.
Maar de kansen lijken nu toch wat gekeerd. Van der Poel beslist er pas officieel, samen met zijn ploeg en trainer, over na zijn vakantie welverdiende vakantie in Dubai van de komende tijd, maar in de persconferentie na Luik-Bastenaken-Luik lichtte hij eigenlijk wel een tipje van de sluier op.
Niet op twee paarden wedden
Een flinke tip van de sluier, eigenlijk. Op de vraag hoe de rest van zijn seizoen eruit zou zien kwam Van der Poel met het volgende antwoord.
"Het is een moeilijke. Ik houd van mountainbike, maar het is een speciaal jaar waarin ik misschien de Spelen kan winnen op de weg. Ik wil zeker niet op twee paarden wedden om dan twee keer tekort te komen."
Hij zegt dat het een moeilijke is, maar uit deze woorden kun je weinig anders dan concluderen dan dat Van der Poel voor de wegrit gaat, die hem met een Glasgow-achtig parkoers op het lijf is geschreven.
Als Van der Poel toch voor de mountainbike kiest, dan zal hij de komende maanden ook wereldbekermanches moeten rijden om een goede startpositie te verkrijgen. Kiest hij inderdaad voor de wegrit, dan ligt de Tour de France in de lijn der verwachtingen als ideale voorbereiding.
- Cor Vos