Aantal fietsers dat in Nederlandse verkeer omkomt is bijna verdubbeld

Nederland, fietsland. Dat is het adagium. We zijn maar wat trots op onze unieke fietsinfrastructuur met de vele fietspaden en de laatste tijd zelfs zogenaamde fietssnelwegen, waarin je op de fiets zonder veel oponthoud (lees: stoplichten en kruispunten) van de ene stad naar de andere kunt.

Percentage verdubbeld

In het buitenland vindt die infrastructuur veel navolging, maar er is ook reden tot zorg. Werkt die infrastructuur namelijk wel zo goed? Of is er iets anders aan de hand - bijvoorbeeld dat het steeds drukker wordt in het verkeer en er met fatbikes, e-bikes en natuurlijk ook racefietsen op veel verschillende snelheden in het verkeer wordt gereden.

Feit is helaas dat het aantal verkeersdoden dat op de fiets om het leven komt de laatste jaren sterk stijgt - uiteraard spelen automobilisten hierin natuurlijk de hoofdrol.

De harde cijfers zeggen dat het percentage van aantal fietsverkeersdoden ten opzichte van het totaal aantal verkeersdoden de afgelopen twintig jaar bijna is verdubbeld. In 2003 zat dat percentage net onder de 20 procent en het afgelopen jaar was het 39,5 procent.

270 fietsverkeersdoden

Omdat het aantal verkeersdoden als geheel al jaren redelijk stabiel ligt rond de 700 is ook in absolute zin een forse  stijging waar te nemen onder fietsers. In het begin van het millennium lag dat cijfer zo rond de 140 en het afgelopen jaar was het 270, volgens cijfers van het CBS.

In 43 procent van de gevallen zat de overleden persoon op een elektrische fiets. Bij twee op de drie verkeersdoden onder fietsers was de oorzaak een botsing, meestal met een auto. Wat het aandeel van racefietsers in de statistieken is, is niet bekend.