Deel 3 | De oud-coach van Pogacar: 'Het was al meteen of je met een 40-jarige prof aan het praten was'

In vier delen staan we stil bij de overwinning van Tadej Pogacar in de Giro. In deel 1 spreken we met de ontdekker van Pogacar, die uit de doeken doet dat kleine Tadej nog helemaal niet zo'n bijzondere renner was. In deel 2 vertelt oud-ploegmaat Jan Polanc mooie anekdotes. Dit is deel 3.

In 2021 sprak Wieler Revue met Pogacar zijn trainer Iñigo San Millán, die afgelopen jaar de overstap maakte naar de voetbalclub Athletic Bilbao. "Vooral zijn herstelvermogen is uniek. Ook tijdens de koers. We voeren bloedanalyses bij hem uit en na een paar dagen is hij weer klaar om te gaan, terwijl anders renners nog moe zijn. Dat is genetisch bepaald op celniveau, maar ook te trainen."

"Tadej is een hele goede student. Eerlijk gezegd is Tadej de makkelijkste wielrenner waarmee ik tot nu toe heb gewerkt. Als je zegt: doe dit, dan doet hij dat. Als ik zijn cijfers op trainingen soms zie, dan denk ik: oh my god, dit is echt goed!"

Eén keer moet Pogačar bijgestuurd worden. In mei 2020 verkeert hij al op het niveau dat hij drie maanden later moet hebben tijdens de Tour de France. "Hij was eigenlijk te fit, ja. Hij trapte dezelfde waardes als later in de Tour. Ik zei toen tegen hem: ‘Doe een week niets en ga in de bergen picknicken met je vriendin.’"

"Als hij toen geen rust had gepakt, dan was het misschien niets geworden in de Tour (van 2020, red.). Maar zijn professionaliteit heeft indruk op me gemaakt. Je hoeft Tadej niets twee keer te vertellen. Daarin is hij zonder meer anders dan anderen, want wat betreft het mentale gedeelte zit Tadej op een compleet ander niveau.”

Limieten

Hij heeft Pogačar nog ‘nooit zien flippen.’ "Veel renners op het hoogste niveau raken in paniek als ze kunnen winnen. Tadej niet. Als hij een keer niet wint dan slaat hij de bladzijde om richting het volgende doel. Ook in de koers weet hij hoe hij het moet aanpakken. Wat en wanneer hij iets moet eten, hoe hij kan pieken. Het is net of je met een veertigjarige prof praat, terwijl hij fysiek nog jong is en we zijn limieten nog niet kennen."