Beiden werden afgelopen winter misschien als gokje gehaald door Intermarché-Wanty, want Nederlanders Huub Artz en Wouter Toussaint stonden niet meteen te boek als de allergrootste talenten van het land. Die rol was eerder weggelegd voor jongens als Darren van Bekkum, Tijmen Graat, Menno Huising en Max van der Meulen.
Een paar maanden na hun transfer staan ze toch tussen de gevestigde namen. Artz won Gent-Wevelgem voor beloften en pakte onlangs nog een rit in de Giro d’Italia U23. Toussaint was in Italië op weg naar een goed klassement, maar moest opgeven na een harde val.
Adriaan Helmantel, de oud-trainer van Tom Dumoulin, maakte afgelopen winter óók de overstap naar Intermarché-Wanty en is nauw betrokken bij de ontwikkeling van de twee talenten.
Je was tot vorig jaar bondscoach van de Nederlandse beloften. Heb jij een vinger in de pap gehad bij de komst van Huub Artz en Wouter Toussaint?
"Bij Huub niet. Ik heb als bondscoach contact gehad met de ploeg, maar het is verder een beetje buiten mij om gegaan. Wouter ken ik van de junioren en heb ik vorig jaar bij de beloften ook twee keer mee gehad, omdat ik merkte dat hij bij Tietema geen programma kon rijden dat passend was bij zijn kwaliteiten."
"Hij liet een goede indruk achter. Ik wist dat Wouter hard kan fietsen, maar hij was nog niet op en top coureur. Hij had moeite met positioneren, maar zette stapjes. Toen ik zelf tekende, heb ik zijn naam laten vallen. Zeker toen hij niet kon blijven bij Tietema. Alleen zaten we vol, tot er twee jongens vielen in de voorbereiding."
"Toen kwam Wouter weer ter sprake. Ik zei dat we voor hem moesten gaan, omdat hij fysiek de kwaliteiten heeft. Zijn voorjaar was al aardig, maar de laatste weken heeft hij helemaal een prachtige reeks achter de rug."
Zijn Artz en Toussaint het bewijs dat je bij de junioren nog niet bij de besten hoeft te horen?
"Dat is absoluut waar. Dat heb ik als bondscoach ook telkens gezegd. De focus ligt heel erg op de exceptionele talenten die na één jaar bij de beloften al naar de profs gaan, maar het merendeel heeft meer tijd nodig."
"Het is niet dat je afgewezen wordt als je niet meteen naar een opleidingsploeg van een profteam kan. Integendeel. Ik sprak in de ZLM Tour nog met Michel Megens van Metec. Zulke ploegen zijn van essentiële waarde om de iets langzamere groeiers de kans te geven."
"Huub is de zoveelste renner die via Metec naar de profs gaat. Misschien dat wij hem het laatste zetje hebben kunnen geven, omdat Metec en die andere continentale ploegen niet onbeperkt zijn in hun mogelijkheden. Maar zulke ploegen zijn geen tweede keus, maar enkel een andere route."
Er zijn genoeg voorbeelden die langer nodig hadden.
"Zeker. Ik heb ze gezien in mijn tijd als bondscoach van de beloften. Een Marijn van den Berg, een Daan Hoole. Die hadden hun vier jaar bij de beloften nodig, maar zijn uitgegroeid tot volwaardig prof."
"Bij Metec staat na Huub alweer een volgende klaar met Wessel Mouris. Die groeit ook heel knap door, maar stond er ook niet direct als eerstejaars. Hij zet ieder jaar een stapje en dit jaar overtuigt hij echt. Dat wordt de volgende in de rij."
Artz is een van de beste beloften van het moment en kan een hoop getuige zijn ereplaatsen in Luik, Roubaix en Ronde van Noorwegen. Hij heeft jullie toch ook verbaasd, toch?
"Hij heeft mij ook verrast, ja. De kans om prof te worden was niet direct supergroot voor hem, want we zijn een Belgische ploeg met een Franse sponsor. Als het gelijkwaardige renners zijn, valt de keuze eerder op een Fransman of Belg."
"Maar we hebben duidelijk uitgesproken dat we zouden gaan voor een profcontract. We zouden niet meer de geleidelijke weg kiezen, maar we maakten keuzes waarmee we all-in zijn gegaan. Zo is hij forser gaan trainen bijvoorbeeld."
"In januari was hij al mee met onze profs en daar maakte hij meteen indruk. Dat is hij blijven doen gedurende het seizoen. Bij de beloften, maar ook al tussen de profs."
- Cor Vos