Jack van Gelder wantrouwt wielrennen en Pogacar in het bijzonder: 'Kan niet dat ze steeds sneller gaan'

Jack van Gelder kennen we vooral als voetbaljournalist, maar dat weerhoudt hem er niet van zijn commentaar op de Tour, Pogacar en wielrennen te geven. 

jack van gelder met tadej pogacar op de achtergrond

In talkshows is echte kennis van zaken niet per se een rem om eens te zeggen wat je ergens van vindt. Jack van Gelder is daarvan een uitstekend voorbeeld. De gebronsde Amsterdammer komt uit de voetbalwereld en presenteerde bijvoorbeeld Te Land, ter Zee en in de Lucht, maar mengt zich nu ook in het wielrennen.

Van Gelder gelooft er niks van

Van Gelder mengt zich al geregeld in politieke discussies in het programma De Oranjezomer, maar nu de Tour de France bezig is, is ook het wielrennen in het programma met Helène Hendriks als presentator. Daarin doet de voetbaljournalist die Wesley Sneijder eens bij hem op schoot liet zitten uit de doeken dat een wielrenner daar niet zo snel zal belanden. "Ik kijk er niet naar, ik ben helemaal geen wielerliefhebber. Tenzij er Nederlanders goed presteren, dan volg ik het. Anders volg ik het helemaal niet."

Desondanks voelt Van Gelder geen rem om eens zijn commentaar op de wielersport te geven, en dan met name op vermeend dopinggebruik. Tadej Pogacar reed zondag op Plateau de Beille alle records uit de boeken (daar zijn allerlei oorzaken voor). Van Gelder gaat zonder zich in de materie verdiept te hebben vol op het orgel.

Hij denkt niet dat de sport schoon is. "Nee natuurlijk niet, er wordt altijd wat gevonden. Het kan niet dat ze steeds sneller gaan en steeds sneller presteren. Dat kan gewoon niet! Er zitten gewoon grenzen aan een menselijk lichaam. Over een paar jaar hoor je wie er daadwerkelijk heeft gewonnen, dat is gewoon zo.

Het fragment

Vandaag zit Van Gelder dus waarschijnlijk niet voor de tv, maar de échte wielerliefhebber zit dat wel! Er staat namelijk een op papier schitterende bergetappe op het programma met drie Alpenreuzen boven de 2000 meter. In slechts 144 kilometer vanuit Embrun krijgen de renners eerst de Col de Vars, dan de Col de la Bonette (met 2802 meter het dak van de Tour) en als toetje de slotklim naar Isola 2000.