Analyse | De vergelijking Pogacar & Merckx: hoe zag het palmares van De Kannibaal eruit na zes profseizoenen?

Onze redacteur vergeleek de eerste zes profjaren van Tadej Pogacar met die van Eddy Merckx en zag opmerkelijk weinig verschil. 

Pogacar en Merckx vergelijking

Tadej Pogacar houdt er niet van om vergeleken te worden met Eddy Merckx. "We zien na mijn carrière wel waar ik sta", zei hij na afloop van zijn vierde opeenvolgende overwinning in de Ronde van Lombardije. Toch trekken wij die vergelijking wel. Niet zomaar met loze woorden, maar met concrete cijfers.

Allerbeste wielrenner aller tijden

Na zijn dominante overwinning in Lombardije - met opnieuw een lange solo - zit het seizoen erop voor Pogacar. De huidige wereldkampioen reed alweer zijn zesde seizoen bij de profs en kende een wonderjaar. Hij won onder meer Luik-Bastenaken-Luik, de Giro, de Tour, het WK en dus Lombardije.

Na een jaar als dit is het dus niet gek dat de Sloveense veelvraat nóg meer vergeleken wordt met Eddy Merckx. De status als allerbeste wielrenner aller tijden staat op losse schroeven door het rijden van Pogacar. Lang werd het palmares van Merckx onevenaarbaar geacht, maar daar denkt men heden ten dage plots anders over.

Om de juiste vergelijking tussen de kampioenen te maken, bekeken we waar Merckx stond op het moment waarop Pogacar nu staat - na zes seizoenen. Schrikbarend close, kunnen we zeggen. We nemen het palmares dat De Kannibaal tussen 1965 (zijn eerste profjaar) en 1970 bijeen reed. In die periode reed hij nog niet voor het legendarisch Molteni, maar achtereenvolgend voor Solo-Superia, Peugeot-Michelin-BP en Faema.

Grote rondes

De dubbel Giro-Tour die Pogacar dit jaar voltooide was natuurlijk historisch. Merckx flikte dat kunstje maar liefst drie keer gedurende zijn carrière. De eerste keer was in 1970, wat betekent dat hij net als Pogi in zijn zesde profjaar voor het eerst de prestigieuze dubbel op zijn naam schreef.

Het betekende voor Merckx zijn tweede Giro overwinning, nadat hij in 1968 zijn eerste had gewonnen. Ook de Tour van 1970 was, na 1969 zijn tweede Tourzege. Pogacar heeft op zijn beurt al drie Tours gewonnen, eentje meer dan Merckx, die op zijn beurt één Giro meer gewonnen had na zes seizoenen.

In de Vuelta heeft Pogacar het dan weer beter gedaan na zes seizoenen. Niks bijzonders, want Merckx reed (en won!) de Ronde van Spanje maar één keer en dat was pas in 1973. Pogi reed de Vuelta al in zijn debuutseizoen. In 2019 werd hij er derde en won hij drie etappes.

WK's en monumenten

Wat betreft het wereldkampioenschap op de weg staan Merckx en Pogacar op gelijke hoogte na zes seizoenen. Beide wonnen ze één keer het WK; de Belg in 1967 in Heerlen, de Sloveen dit jaar in Zürich.

Ook qua monumenten presteerden de twee nagenoeg gelijk. Pogacar en Merckx wonnen allebei zeven monumenten in hun eerste zes seizoenen. Zoom je wat verder in per monumenten, zie je dan wel weer wat verschillen.

Zo won Merckx tot en met 1970 drie keer Milaan-Sanremo en twee keer Parijs-Roubaix, terwijl Pogacar die koersen tot op heden nog niet won. De Belg lukte het dan weer niet om de Ronde van Lombardije te winnen in zijn eerste zes seizoenen, terwijl de Sloveen die koers al vier keer (op rij!) won. De Ronde van Vlaanderen wonnen ze beide één keer. In Luik-Bastenaken-Luik staat het dan weer 2-1 voor Pogacar.

Amstel Gold Race, Strade Bianche, Tirreno-Adriatico

Het wordt lastig om deze vergelijking verder door te trekken, aangezien de status van sommige koersen in de loop der jaren veranderd is. Zo bestond Strade Bianche (twee keer gewonnen door Pogacar) in de tijd van Merckx nog niet, terwijl die koers anno 2024 her en der al het zesde monument wordt genoemd.

Dat geldt andersom dan weer voor bijvoorbeeld de Escalada a Montjuïc, die Merckx tot en met 1970 twee keer won. De Amstel Gold Race en de Waalse Pijl zijn dan wel weer goede graadmeters om de twee kampioenen naast elkaar te leggen. Zo won Merckx in zijn eerste zes seizoenen twee keer de Waalse Pijl, maar nog nooit de Amstel. Pogacar won beide heuvelklassiekers één keer tot dusver.

Ook de rittenkoersen van één week kunnen we nog even naast elkaar leggen. Zo won Merckx twee keer Parijs-Nice één keer de Ronde van Catalonië en één keer de Ronde van Romandië in zijn eerste zes seizoenen. Pogacar won dan weer twee keer Tirreno-Adriatico, één keer Parijs-Nice en één keer de Ronde van Catalonië.

Conclusie

Wat is nu de conclusie van dit hele verhaal? Dat het verschil tussen Merckx en Pogacar bijzonder klein is na zes seizoenen. De Kannibaal wist zijn palmares uiteindelijk uit te bouwen naar iets onwaarschijnlijks en het is nog maar de vraag hoe lang de Sloveen zijn manier van rijden (moraal) vol kan houden.

Pogacar is nu 26 jaar oud en heeft dus zes seizoenen op profniveau gefietst. Merckx reed in 1977 zijn dertiende en laatste seizoen. De Sloveense veelvraat heeft dus nog wat jaren voor de boeg.

Om Merckx definitief te evenaren moet Pogacar het volgende nog winnen: twee keer de Tour, vier keer de Giro, zeven keer Milaan-Sanremo, twee keer het WK, drie keer Luik-Bastenaken-Luik, drie keer Parijs-Roubaix, één keer de Ronde van Vlaanderen en één keer de Vuelta. Een vrijwel onmogelijk opgave, al kan het rap gaan als hij de komende jaren net zo blijft presteren als in 2024.