Sagan, die tot vorig jaar voor TotalEnergies reed, stond dit seizoen aan de start van twee wegkoersen namens het continentale team Pierre Baguette Cycling. In de Ronde van Hongarije finishte hij in de eerste rit achttiende, maar dat was het verder wel. In de Ronde van Slowakije kwam hij er ook niet meer aan te pas.
Sagan geniet van pensioen
Sagan had dan ook niet meer de ambities om resultaten te bereiken. Momenteel geniet hij van zijn pensioen, zo vertelt hij in gesprek met de Cyclist Magazine Podcast. "Nee, die wattages van vroeger kan ik zeker niet meer aan. Ik doe veel verschillende activiteiten, zoals hiken, gym of watersporten."
"Ik rijd nog wel op de fiets, maar ik moet zeggen dat ik zeker de conditie niet heb die ik had als prof. Ik hou ervan om met mensen te fietsen of op een online-platform, maar het is heel anders dat het hiervoor was."
Uiteraard ging het ook over het huidige wielerjaar. "Ik kijk zeker nog graag naar koersen als de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix. En ook sommige etappes van de Tour de France of Vuelta a España."
Klassementsrenners
Vergelijken wil hij niet met de toprenners van nu, zoals Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel. "Je kunt de wielersport van nu niet vergelijken met wielrennen van vijf, tien of vijftien jaar geleden. Je praat alleen over iets wat we toch nooit gaan weten. Ik rijd nu niet tegen ze, ik streed alleen tegen ze terwijl ik al later in mijn loopbaan was."
"De wielersport is de laatste jaren zo veranderd dat het niet te vergelijken is. Het is alsof je de sport vergelijkt met de tijd van Eddy Merckx. We kunnen erover praten, maar daar zal toch geen eind aan komen. We zullen er nooit achter komen."
Sagan geniet desondanks van Pogacar. "Hij is overal sterk. Hij kan in de toekomst misschien zelfs Parijs-Roubaix doen. Wat hij al heeft gewonnen, is heel speciaal in deze tijd van de wielersport."
Vooral variatie in zijn overwinningen spreekt tot de verbeelding. Sagan overwoog nooit klassementen te gaan rijden. "In mijn tijd zeiden mensen ook dat ik een klassementsrenner kon worden, maar in mijn hoofd en hart wilde ik dat helemaal niet."
- Cor Vos