Het Nederlandse wielerjaar kon al haast niet mooier na knappe prestaties van onder anderen Mathieu van der Poel, Mike Teunissen en Steven Kruijswijk, maar in de letterlijke en figuurlijke herfst van het seizoen werd er nog maar een grote Nederlandse prestatie toegevoegd aan dat rijtje: Bauke Mollema won met een solo van zo’n twintig kilometer de Ronde van Lombardije. Hoe bijzonder die prestatie is blijkt wel uit het feit dat maar weinig landgenoten hem voorgingen. Enkel Jo de Roo (1962 & 1963) en Hennie Kuiper (1981) zegevierden in het noorden van Italië. Michael Boogerd eindigde eind vorige en begin deze eeuw driemaal (’98, ’01 & ’04) op het podium, maar sindsdien vielen er geen top 3-plekken meer te noteren.
Ook de reacties van de wereldtoppers die Mollema achter zich liet, logen er niet om. Nummer twee Alejandro Valverde noemde Mollema de verdiende winnaar, Egan Bernal eindigde als derde en gaf ruiterlijk toe dat Mollema te sterk voor hem was geweest en ook de vooraf als topfavoriet aangeduide Primož Roglič vertelde dat Mollema simpelweg de beste was die dag. Kortom, de grootste renners ter wereld staken hun bewondering voor de prestatie van Mollema niet onder stoelen of banken. Zij hadden van dichtbij kunnen aanschouwen hoe goed de renner van Trek-Segafredo die oktoberdag was.
"Een paar dagen na Lombardije ontving ik nog allerlei berichten."
Vakantie
Een kleine maand later kun je de opwinding nog horen in de stem van Mollema als de Ronde van Lombardije ter sprake komt. “Ik wist op de top van de San Fermo della Battaglia, op zo’n vijf kilometer van de meet, dat het binnen was. Mits ik geen fouten zou maken. Ik kende de afdaling goed en dat gaf me vertrouwen dat ik hard naar beneden kon rijden. In de finale was ik dan ook niet echt nerveus. Even toen Roglič bergop aanviel en naderde tot op twintig seconden, maar in de laatste vijf kilometer niet meer. Als ik die afdaling niet had gekend, dan was het anders geweest. Tegelijkertijd moet je wel je focus kunnen behouden, maar dat was niet moeilijk voor me. Na de laatste bocht kon ik pas optimaal genieten en dat gaf uiteraard een bijzonder gevoel. Lombardije is tenslotte de grootste koers op mijn erelijst.”
De dag na Mollema’s bijzondere triomf verschijnen er via het medium Het is koers! beelden op internet van een vrouw die wel heel enthousiast is voor een reguliere wielerfan. Het is ook geen gewone fan, want in de laatste bocht staat de moeder van Mollema haar zoon hartstochtelijk toe te juichen. “Tien kilometer eerder moesten we ook al door die bocht en toen had ik vaag iets gehoord, maar op dat moment ben je niet op zoek naar mensen aan de kant. Achteraf maakt het de zege nog mooier, want ik heb het bij het podium kunnen vieren met mijn naasten. Ik merkte sowieso dat ik iets groots had gepresteerd, want ik kreeg veel reacties. Een paar dagen later ontving ik nog berichten op mijn telefoon. Alle reacties zijn op zo’n moment mooi. Ik kreeg ook appjes van ploegleiders die ik heb meegemaakt toen ik net begon met fietsen. Die had ik jaren niet gesproken. Dat was extra speciaal.”
’s Avonds staat er een etentje gepland met de afzwaaiende Laurens ten Dam, waarmee Mollema in de Tour de France van 2013, ook wel de Tour van Bau & Lau, doorbreekt voor sportlievend Nederland. “Dat was een gezellig diner en daar hebben we ook zeker een paar wijntjes gedronken. Daarna ben ik teruggegaan naar het ploeghotel, waar ik nog iets heb gedronken met de staf en renners van de ploeg. Een aantal jongens was echter al naar huis. Met de gasten die er nog waren was het gezellig, maar het is niet zo dat ik op stap ben geweest of dat ik me helemaal liet gaan na mijn zege in Lombardije.”
Het seizoen van Mollema zit er na Lombardije ook nog niet op, want er wacht nog een trip naar Japan. In Azië toont hij nogmaals zijn hoogvorm tijdens de seizoensafsluiter: de Japan Cup. In Utsunomiya verwijst hij Michael Woods naar de tweede plaats. “Het slot van het seizoen ging hartstikke goed en sowieso ligt het najaar me, maar de vakantie kwam wel op een mooi moment, hoor. Het is een lang seizoen geweest dat al begon in januari op Mallorca. Dan ben je toch al gauw negen maanden bezig met wielrennen. Waarom ik nog zo goed ben in het najaar? Dat vind ik lastig te zeggen. Het zal een combinatie van factoren zijn. Ik reageer vaak goed op het rijden van een grote ronde en daarnaast ben ik ook in september en oktober nog gemotiveerd. Andere renners zullen meer moeite hebben om een geheel jaar hun focus te behouden.”
Als we Mollema spreken is hij net terug van een vakantie in Portugal en zit hij in zijn rustperiode. Voor de Groninger is die periode ook echt een maand weinig tot niets doen. Vanaf midden november gaat de focus weer op 2020. “Misschien dat ik tussendoor één of twee keer de fiets pak, maar niet om hard te trainen. Daarnaast doe ik een beetje aan hardlopen, maar daar moet ik mee oppassen. Dat heb ik vorig jaar ook gedaan en toen kreeg ik last van mijn enkels, omdat mijn lichaam zo’n inspanning helemaal niet gewend is. Verder ben ik vooral thuis in Monaco. Dingetjes opruimen, klusjes doen in huis die nog gedaan moesten worden en mijn administratie en mail bijwerken. En natuurlijk veel tijd doorbrengen met mijn vrouw en kinderen.”
Spotlights
Na een maand rust volgt de opbouw op het nieuwe seizoen. Mollema vertelt dat de eerste week terug op de fiets over het algemeen enigszins onwennig voelt, maar is er zeker van dat het vertrouwde gevoel in mum van tijd weer terugkeert. De basis die Mollema in november, december en januari legt, moet ervoor zorgen dat hij ook in 2020 zo constant presteert als afgelopen jaar. “Dat constante is een van mijn kwaliteiten. Ik ben de laatste jaren nooit écht slecht geweest en zit er meestal bij in de finales. Ik ben geen veelwinnaar, maar de laatste jaren pak ik her en der toch mijn koersen mee. Ik heb nooit moeite om mezelf te motiveren, ga altijd met plezier trainen en vind het onwijs mooi om naar specifieke doelen toe te werken. Ik krijg bij de ploeg bovendien de vrijheid om mijn programma en doelen zelf te kiezen. Dat helpt me enorm.”
Die doelen zullen blijven bestaan uit het rijden van algemeen klassementen en scoren in de eendagswedstrijden. Toch zal er iets veranderen in Mollema’s planning voor 2020. Hij vertelt dat de eendagswedstrijden een prominentere plek op zijn kalender krijgen. Dit jaar liet hij Luik-Bastenaken-Luik bijvoorbeeld schieten in functie van de Giro d’Italia, maar dat zal in de toekomst niet snel meer gebeuren. “Ik heb aangegeven bij de ploeg dat ik mijn focus volgend seizoen meer wil leggen op de klassiekers. Zowel de Waalse als de Italiaanse, maar ook zeker de kampioenschappen. De Olympische Spelen, wereldkampioenschap en Europees kampioenschap worden alle drie gehouden op een loodzwaar parkoers dat me goed moet liggen. Het betekent desondanks niet dat ik geen klassement ga rijden in een grote ronde, want dat ging met een vijfde plaats in de Giro afgelopen seizoen ook weer beter dan in 2017 en 2018.”
"Ik heb aangegeven bij de ploeg dat ik mijn focus meer wil leggen op de klassiekers."
Op de Vuelta a España van 2011 (derde na diskwalificatie van Juan José Cobo, red.) na is de Giro van 2019 qua resultaat de beste grote ronde van Mollema ooit. Ook qua conditie komt de jongste Giro dicht bij zijn beste drieweekse ronde. “De Tour van 2013 waarin ik zesde werd, was conditioneel misschien nog beter, maar toen werd ik op het eind ziek en verloor ik een aantal plekken. In de Tour van 2016 stond ik virtueel lang op een podiumplaats, maar viel ik in een van de laatste etappes en verspeelde ik alles. Die grote ronde was ik conditioneel sterker, maar de voorbije Giro verliep zeker vergeleken met 2017 en 2018 weer zoals ik voor ogen had.”
Hoewel Mollema in de Giro van 2017 keurig zevende eindigt, verloopt het allemaal net iets moeizamer dan dit seizoen. Mollema legt in 2019 dan ook andere accenten en gaat iets anders te werk dan in de jaren ervoor. “Dat zijn allerlei kleine dingetjes die ik veranderd heb. Ik ben iets anders gaan trainen, heb me intensiever op de Giro voorbereid en heb mezelf via andere voeding ook weer bepaalde prikkels gegeven. Verder heb ik een ander zadel gekregen, is mijn stuur iets aangepast en is er een speciaal schoenzooltje voor mijn ene voet gemaakt. Ik heb namelijk beenlengte verschil en dat wordt nu beter opgevangen. Al die kleine dingetjes hebben ervoor gezorgd dat ik in conditioneel opzicht mijn beste jaar ooit heb beleefd.”
"Vanuit de luwte werken ligt me goed."
De Amstel Gold Race: twaalfde, Waalse Pijl: zesde, Giro d’Italia: vijfde, Clásica San Sebastián: vijfde en de Ronde van Lombardije: eerste. Het is een indrukwekkend rijtje, waar menig kopman met jaloezie naar zal kijken. Toch heeft Trek-Segafredo voor volgend seizoen met Vincenzo Nibali weer een extra klimkopman aangetrokken. Net als vorig jaar, toen Richie Porte de rangen zou komen versterken. Mollema maakt zich er echter niet druk om. “Het maakt voor mij niet zoveel uit of ik de enige kopman ben of dat ik het kopmanschap moet delen. Een paar jaar geleden ging het ook goed met Alberto Contador. Nibali zal veel druk wegnemen en ook wereldkampioen Mads Pedersen zal in de picture staan. Ik vind dat wel prima, want ik hoef niet het hele jaar in de spotlights te staan. Vanuit de luwte werken ligt me goed. Ik ken Nibali vooral als renner, maar onlangs hebben we elkaar op het eerste teambuildingkamp persoonlijk ook beter leren kennen.”
Monaco
Dat Mollema zich niet druk maakt om zijn positie bij Trek-Segafredo zegt veel over hoe hij in het leven staat. De nuchtere noordeling wordt in de media vaak neergezet als een renner die alles van zich af laat glijden en zich nergens om druk maakt. Mollema zelf kan zich daar niet in vinden. “Dat is misschien uiterlijk vertoon, maar dat beeld klopt niet helemaal. Mensen die me goed kennen weten dat ik lang in mijn focus kan zitten en het me zeker niet komt aanwaaien. Ik doe en laat er veel voor en ben constant bezig met details om beter te worden. Het maakt me niet zoveel uit dat ik zo word geportretteerd, want ik richt me liever op de dingen waar ik zelf invloed op heb. Vroeger was ik meer bezig met hoe collega’s en media naar me keken en had ik me misschien drukker gemaakt over het beeld dat van me wordt geschetst.”
Mollema is sowieso niet veel bezig met andere dingen dan zelf zo goed mogelijk voor de dag komen. Als hij thuis in Monaco traint of van een rustperiode geniet, zal hij zijn televisie ook niet zo snel afstemmen op het commentaar van Karsten Kroon, José de Cauwer of Maarten Ducrot. “Ik bekijk alle uitslagen en weet wie er in goede vorm steekt, maar ik kijk bijna nooit naar wielrennen. Thuis ben ik te druk ben andere dingen. Als je een gezin met drie kinderen hebt dan is het geen sinecure om tijd te vinden om wielrennen te kijken. Voor grote klassiekers of beslissende ritten in grote rondes maak ik weleens een uitzondering, maar van de afgelopen Vuelta heb ik denk in totaal slechts honderd kilometer gezien.”
"Van de afgelopen Vuelta heb ik denk in totaal slechts honderd kilometer gezien."
Mollema hecht veel belang aan het leven naast het wielrennen. Hij steekt al meer dan genoeg tijd in het fietsen en indien mogelijk wil hij al de aandacht schenken aan zijn gezin. Mollema, zijn vrouw en drie kinderen hebben hun draai gevonden in het mondaine Monaco. Een jetsetleven is Mollema vreemd, maar ook in het vorstendom vinden Mollema en zijn gezin hun weg. “Het bevalt nog steeds uitstekend. Ik heb dit jaar meer hoogtestages gedaan, waardoor ik minder thuis was. Maar in het najaar ben ik veel in Monaco geweest en heb ik goed kunnen trainen. Ik heb er de basis gelegd voor mijn goede vorm in de najaarskoersen.”
Als er een doel nadert, traint Mollema in zijn eentje. Ondanks de aanwezigheid van onder anderen Steven Kruijswijk, Wout Poels en Mollema’s teamgenoten Gianluca Brambilla, Jasper Stuyven, Richie Porte en vanaf volgend seizoen Giulio Ciccone. “En dan heb je ook nog een heel blok renners van Team Ineos en Astana. Aan het begin van het seizoen is het fijn om met een groep te trainen, want dan is het enkel uren maken. Maar als er intensievere trainingen op het schema staan, is het makkelijker om alleen te gaan. Ik train zelf liever in Frankrijk dan in Italië, omdat ik dan meteen de bergen in kan en de wegen over het algemeen iets beter zijn. Maar in Italië heb je ook mooie beklimmingen. Het is heerlijk trainen en ook goed leven. Er wonen veel wielrenners, maar het is gelukkig geen klein wielerdorp aan het worden. Wout en Steven wonen in de buurt, maar het is niet zo dat ik constant collega’s op straat zie als ik boodschappen ga doen. Dat hoeft van mij ook zeker niet.”
Dit verhaal verscheen in de eindejaarsspecial van Wieler Revue.
Tekst: Tim Beck