Van Aert: 'In je eerste Tour moet je niet te veel willen'

Wout van Aert verkeerde de voorbije weken in bloedvorm. Voor de Tour de France heeft hij zijn ogen gericht op eigen succes, maar zal hij vooral moeten knechten.

Aert
  • Wout van Aert Wout van Aert

"In eerste instantie is mijn rol om Dylan Groenewegen en Steven Kruijswijk te helpen", vertelt hij tegen Sporza. "Het is logisch dat we in de sprint de kaart van Dylan trekken, hij is misschien wel de snelste renner van het peloton. Met hem hebben we de meeste kans. Hij heeft met Grøndahl Jansen en Teunissen een vaste lead-out. Mijn taak is om hen aan de laatste kilometer af te zetten."

Na de sprints met Groenewegen richt Van Aert zich op het bijstaan van die andere kopman: Kruijswijk. "Steven moet ik uit de gevarenzone houden in de ritten die hij wellicht niet kan winnen, maar waar hij wel de Tour kan verliezen. Daarnaast ben ik samen met Tony Martin een belangrijke schakel voor de ploegentijdrit."

In zijn eerste grote ronde zal de drievoudig-wereldkampioen veldrijden vooral een rol als helper op zich nemen. "Daar voel ik me goed bij. Daarnaast zal ik toch af en toe ook mijn kans proberen te grijpen. Ik heb al eens naar het roadbook gekeken en het is een zware Tour, met heel wat ritten die wellicht niet in een massasprint zullen eindigen. Maar ik spreek niet uit dat ik een rit ga winnen. Natuurlijk wil ik dat graag, maar in je eerste Tour moet je ook niet te veel willen. Uitrijden wordt al zwaar genoeg."