Voorbeschouwing: Parijs-Nice 2018

Parijs-Nice is traditiegetrouw de eerste échte rondewedstrijd in het Europese wegseizoen. Van kille waaieretappes in Midden-Frankrijk tot de razendsnelle afdaling van de Col d’Èze bij Nice, Wieler Revue blikt uitgebreid vooruit op De koers naar de zon.

Parijs-Nice

Historie

‘De allerbeste wielrenners doen mee aan onze Parijs-Nice’, zo was te lezen in de krant Petit Journal op 3 maart 1933. Zoals zowat iedere rondewedstrijd was ook De koers naar de zon een verzinsel van een krant. Nadat Petit Journal veertig jaar eerder al Parijs-Brest-Parijs georganiseerd had, was het in ’33 tijd voor een nieuwe koers: eentje vanaf de hoofdredactie in Parijs naar de Côte d’Azur.

Het aankondiginsstukje voor Parijs-Nice uit 1933

Hoofdredacteur Albert Lejeune staat aan de wieg van Parijs-Nice. En hij is er apetrots op, want met ‘zijn’ etappekoers wil hij wedijveren met Henri Desgrange, de hoofdredacteur van L’Auto, het dagblad dat de Tour de France organiseert.

De onrust in Europa tijdens het Interbellum en uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog geven de eerste edities van Parijs-Nice een wrange bijsmaak. Tussen 1940 en 1945 wordt de koers gestaakt, om in het jaar na WOII alsnog een herstart te laten plaatsvinden van de koers. Oprichter Albert Lejeune maakt die hergeboorte niet meer mee: na collaboratie tijdens de oorlog wordt hij in begin 1945 geëxecuteerd in zijn thuisstad Nice.

Parijs-Nice 1946 was een mislukte editie door het puin dat de Tweede Wereldoorlog achterliet in Frankrijk. Pas zes jaar later komt er nieuw initiatief: ditmaal van Jean Médecin, de burgemeester van Nice. Hij ziet de etappekoers als de perfecte reclame voor zijn stad en zodoende koerst het peloton in 1951 weer naar de zon, precies in de jaren dat het toerisme in Zuid-Frankrijk een immense opleving krijgt en de crème de la crème van de Amerikaanse showbizz neerstrijkt aan de Côte d’Azur.

Ploegmaats Eddy Merckx en Tommy Simpson tijdens Parijs-Nice 1967

De  Vlaming Roger Decock wint de eerste echte episode van Parijs-Nice na de heroprichting. In de daaropvolgende tien jaar wisselen Franse en Belgische renners elkaar af in het winnen van de race. Louison Bobet, Raymond Impanis en Jacques Anquetil zijn enkele van de namen die zegevieren in de race. Begin jaren zeventig kraait De Kannibaal Eddy Merckx victorie in Zuid-Frankrijk, waarnaa ook Joop Zoetemelk in 1974, 1975 en 1979 zijn graantje meepikt.

In de jaren ’80 blijkt Seán Kelly de ware Koning Parijs-Nice. Tussen 1981 en 1988 wint hij zeven keer achtereenvolgens De koers naar de zon. De daarbij horende dertien etappeoverwinningen zijn de kers op de taart voor King Kelly. In de negentiger jaren excelleerden Miguel Indurain en Laurent Jalabert op de Franse wegen. Ook Michael Boogerd wist één editie van de wedstrijd te winnen: die van 1999. Vier jaar later geschiedde een tragisch ongeluk. Andrej Kivilev kwam in de derde etappe tussen La Clayette en Saint-Étienne hard ten val, met een schedelbasisfractuur en twee gebroken ribben als resutlaat. Een dag later stierf hij aan zijn verwondingen. Naar aanleiding hiervan stelde de UCI helmplicht in voor alle wielerkoersen. 

In de laatste edities van Parijs-Nice pakte Alberto Contador en Richie Porte beiden tweemaal de eindzege. Tussendoor wisten onder anderen Bradley Wiggins (2012) en de Colombiaan Carlos Betancur (2014) de wedstrijd naar hun hand te zetten. Vorig jaar pakte Sergio Henao van Team Sky de eindwinst, nadat Alberto Contador door te weinig bonificatieseconden in de slotetappe nipt zijn derde Parijs-Nice-winst misliep.  

Laatste tien winnaars:

2008: Davide Rebellin

2009: Luis Léon Sánchez

2010: Alberto Contador

2011: Tony Martin

2012: Bradley Wiggins

2013: Richie Porte

2014: Carlos Betancur

2015: Richie Porte

2016: Geraint Thomas

2017: Sergio Henao

Sfeerbeeld tijdens Parijs-Nice vorig jaar

Parkoers

Tussen, zoals de naam van de achtdaagse wielerkoers al zegt, Parijs en Nice staan 1200 kilometers op het programma. Met vier heuvelachtige ritten, een tijdrit en zelfs een bergetappe op de voorlaatste dag belooft het een lastige week te worden.

En dan nu in detail:

De sprinters moeten nog even geduld hebben voordat zij aan zet zijn, want de eerste etappe zal waarschijnlijk niet in een reguliere massasprint eindigen. Hoewel de aanloop relatief vlak is, staat er in finishplaats Meudon een slotklim van twee kilometer aan dik zes procent te wachten. De laatste vijfhonderd meter verlopen daarnaast over kasseien en dus zal de eerste leiderstrui naar alle waarschijnlijkheid niet naar een sprinter pur sang gaan.

Nu is het dan wel de beurt aan het sprintersgilde. Want de 188 kilometer tussen Orsonville en Vierzon zijn zo vlak als een crêpe. Wel loopt de laatste halve kilometer van de rit licht omhoog.

In etappe 3 rijdt het peloton richting het Centraal Massief en dat betekent dat het vlakke land van Val-de-Loire verleden tijd is. In plaats daarvan staat een glooiende etappe op het programma, met als uitsmijter de lastige Côte de Charbonnières (4,5 km aan 5%, met uitschieters tot 10%). Na een afdaling langs het pittoreske Château de Tournoël zijn ook de laatste kilometers niet volledig vlak.

Een dag en een verplaatsing van driehonderd kilometer later staat opnieuw een geaccidenteerde rit op het etappeschema. Vanuit het mediterrane Salon-de-Provence, rijden de renners in de richting van Sisteron, in het zuidelijke deel van de Alpen. Dat zijn 165 sterk glooiende kilometers, maar wel met een redelijk vlakke finish in het stadje, alwaar de citadel de grootste trekpleister is.  

Met een oplopende finish in Vence is ook etappe 6 niet gemakkelijk. Tel daarbij de voorgaande 198 kilometers door de Préalpes d’Azur op, en je weet: hier kun je Parijs-Nice zomaar verliezen. Opletten dus. Spottip: de gele mimosa die eind februari, begin maart volop bloeit in Zuid-Frankrijk.

Wat zuur: hoewel Nice al bereikt is, is De koers naar de zon voor de coureurs nog niet afgelopen. Sterker nog, de koninginnenrit moet nog komen. Met finish bovenop La Colmiane zal Parijs-Nice hier een eerste grote wending krijgen. De zestien kilometers naar de top zijn niet heel steil, dik 6%, maar vanwege de lengte en vooral de kou zal het een hele lastige zevende etappe worden.

De traditionele afsluiter van Parijs-Nice is niet heel veel veranderd ten opzichte van vorig jaar. Enkel de finale heeft wat veranderingen ondergaan, want nadat de Col d’Èze bedwongen is, moeten de renners de Col des Quatre Chemins nog beklimmen, voordat ze kunnen finishen op de beroemde Promenade des Anglais en definitief bekend is wie de 76ste Parijs-Nice op zijn naam schrijft.

 

Favorieten

Het deelnemersveld in Parijs-Nice is niet wat het ooit geweest is. De meeste klassementsrenners kiezen voor de concurrent: Tirreno-Adriatico. Titelverdediger Sergio Henao is wel van de partij. De Colombiaan mag tegenstand verwachten van Daniel Martin, Esteban Chaves, Ilnur Zakarin, de thuisrijder Julian Alaphilippe en onze Wout Poels en Bauke Mollema. De toppers Chris Froome, Tom Dumoulin, Peter Sagan en Greg Van Avermaet zijn vanaf dinsdag in Italië te zien.

Bij de sprinters is er wel een aantal toppers dat aan de start verschijnt in Parijs. Elia Viviani, Nacer Bouhanni, André Greipel, Arnaud Démare en het Amsterdamse sprintkanon Dylan Groenewegen, die vorige week zegevierde in Kuurne-Brussel-Kuurne, zullen in de massasprints alles op alles zetten om naar de victorie te spurten.

Favorieten volgens Wieler Revue:

***** Julian Alaphilippe

**** Sergio Henao, Tim Wellens

*** Daniel Martin, Bauke Mollema, Esteban Chaves

** Ilnur Zakarin, Daniel Martin, Wout Poels, Tony Gallopin

* Simon Yates, Tejay van Garderen, Jakub Fuglsang, Nicolas Roche, Sam Oomen, Marc Soler

De volledige startlijst is hier te vinden.

Parijs-Nice is iedere dag op Sporza te volgen. Eurosport zendt de koers op zondag t/m dinsdag en donderdag uit. De andere dagen is enkel een samenvatting te bekijken, de zender geeft namelijk de voorkeur aan Tirreno-Adriatico.