Zware Vuelta met negen aankomsten bergop gepresenteerd in Estepona

Op zaterdag 25 augustus zal de Vuelta in het Centre Pompidou van Málaga van start gaan. Een proloog van acht kilometer verdeelt de eerste truien en maakt het eerste algemeen klassement op. Vanuit badplaats Marbella rijdt het peloton de dag erop via een glooiend parkoers richting het beroemde wandelpad Caminito del Rey. Etappe 3 zal naar alle waarschijnlijkheid uitlopen op een massasprint in Alhaurín de la Torre.

In de vierde rit moeten de coureurs aan de bak: dan staat de eerste bergrit van de Ronde van Spanje op het programma. Eerst de dik twintig kilometer lange Puerto de la Cabra, vervolgens de lange Sierra de la Alfaguara die de renners naar de finish op dik 1400 meter zal brengen. Etappe 5 is beduidend gemakkelijker, maar toch is ook in die rit geen garantie op een massasprint in finishplaats Roquetas del Mar. De dag erop biedt echter wél sprintkansen, als het peloton naar kustplaats San Javier rijdt.

Vanaf de zevende etappe verlaten de renners de kust en maakt het binnenland ruim baan voor de horde Vueltarenners. De zevende en achtste etappe naar respectievelijk Pozo Alcón en Almadén vormen de opmaat naar de zware slotklim van La Covatilla. Hierna wacht voor de renners een verdiende rustdag. 

In etappe tien, elf en twaalf - die langs de Portugese grens lopen - vinden we weinig lastige bergen terug. Dat in tegenstelling tot de dertiende rit naar de inmiddels beruchte La Camperona. Dit uit de kluiten gewassen, zeer steile geitenpad in Castilla y León herinneren we ons nog van de zege van Sergey Lagutin en Nairo Quintana, die de rode trui van Chris Froome overnam. 

De steile beklimmingen blijven na La Camperona maar komen. Les Praeres was door lokale kranten al aangekondigd, maar het is nu officiëel dat de klim met percentages tot 23% wordt opgenomen in het Vueltaparkoers. 

Het zware drieluik in Asturië wordt afgesloten met een op-en-af-etappe die leidt naar de 'Alpe d'Huez van Spanje': Lagos de Covadonga. In 2016 werd Robert Gesink nét voor de finish ingehaald door Nairo Quintana. Enkele dagen later was het op de Aubisque tóch raak voor de Condor van Varsseveld.

Na een rustdag in Santillana del Mar kunnen de tijdritspecialisten hun hart ophalen bij de 32 kilometer lange tijdrit naar Torrelavega. Op enkele lichte glooiingen na is de chrono vlak en dat is in het voordeel van de klassementsrenners met een goede tijdrit in de benen. Een dag later is het echter alweer de beurt aan de klimgeiten. Op de flanken van Balcón de Biskaja - ook wel bekend als de Monte Oiz - lopen de stijgingspercentages niet heel hoog op, toch kan de slotklim voor schiftingen zorgen in het rennersveld. 

Na een vlakke etappe naar het Catalaanse Lleida zet de Vuelta koers richting Andorra. Etappe 19 begint vlak vanuit Lleida, maar hoe dichter bij de finish, hoe hoger de percentages oplopen en uiteindelijk zal de 157 km lange etappe spetterend eindigen op de Coll de la Rabassa. De voorlaatste etappe is nóg lastiger. In de bergstaat Andorra moeten in 105 kilometer liefst zes loodzware beklimmingen bedwongen worden: een ware koninginnenrit!

Na dit interessante slotstuk verplaatst het peloton zich naar Madrid, alwaar op 16 september de traditionele slotcircuits in het centrum van de hoofdstad leiden naar een laatste massasprint in de Ronde van Spanje 2018.