Jan Bakelants kwam ruim twee weken geleden op weerzinwekkende manier ten val in de Ronde van Lombardije. De Belg is inmiddels weer thuis en deed tegen Sporza zijn verhaal. “Ik wist meteen dat het ernstig zou zijn.”
Bij zijn val brak Bakelants zeven ribben en vier ruggenwervels. “Het was een geruststelling dat ik mijn benen nog kon bewegen. Ik ben zeker zes of zeven meter diep gevallen en belandde met mijn rug op een rots. Ik weet niet meer exact wat er gebeurd is. Ik kwam in die bocht waar De Plus al gevallen was. Waarschijnlijk ben ik moeten uitwijken. Ik veronderstel dat er iemand gestopt was omdat Laurens gevallen was.”
Het was nog een hele onderneming om Bakelants uit de bosjes te halen. “Ik was er mentaal nog heel goed bij, maar daardoor besefte ik ook dat wat ze aan het doen waren niet orthodox was. Ik begrijp dat het niet de makkelijkste omstandigheden waren om in te werken. Die brancard moest er sowieso onder, maar zachtaardig is dat niet gebeurd. Als je uit de bosjes gehaald moet worden, weet je ook dat er nog veel kan gebeuren. De minste beweging kan fataal zijn bij zo’n ruggenletsel.”
Nadat Bakelants uit het ravijn werd gehaald, was het gevaar nog niet geweken. “Ik denk dat ik mag zeggen dat ik nog geluk heb gehad dat er niets gebeurd is na de val. Alle omstandigheden om het nog erger te maken, waren er. Toen ik weer op het asfalt lag, wilde er nog iemand met een bromfiets voorbij. Die man had de situatie niet onder controle. Hij dacht dat hij zijn voertuig in neutraal had gezet, maar schoot nog rechtdoor en reed over mijn been. Ik vind het hallucinant dat zoiets kan in een WorldTour-koers.”
Foto: Cor Vos