"Op de Ghisallo ontplofte de wedstrijd helemaal, ik ben nog nooit in zo'n kleine groep over de Ghisallo gereden. Het ging zo hard. Normaal is het nooit zo selectief", doet de Nieuw-Zeelander zijn relaas in The Social Distance Podcast. "In de aanloop naar de Sormano passeerde ik Ciccone, die in het zog van zijn ploeggenoten zat. Hij verloor het contact met zijn ploeggenoten en volgens hem was dat mijn schuld. Hij begon naar me te schreeuwen en zei dat ik daar niet kon rijden, omdat zijn team daar al reed. Ik dacht: 'Gast. Het gaat hier volle bak, je ziet gasten overal sprinten, het is gekkenhuis.' Twee kilometer later had hij z'n treintje nog steeds niet gevonden."
Bennet probeerde ondertussen verder naar voren te komen. Eerst via de linkerkant, maar omdat dat niet lukte, probeerde hij het aan de rechterkant, waar hij Ciccone weer tegenkwam. "Ik dacht: 'Zeg het niet, zeg het niet'. Ik had het moeten laten gaan, maar ik vroeg hem: 'Even voor de zekerheid, mag ik hier wel fietsen van je?' Hij werd helemaal gek en begon me in het Italiaans uit te kafferen."
Daarmee was de kous nog niet af, want in aanloop naar de Sormano bleef het gebakkelei doorgaan. Bennett vertelt dat Ciccone naast het peloton reed, in het wiel van een ploeggenoot. "In plaats van door te rijden, begon Ciccone tegen me aan te duwen en tegen m'n stuur te beuken. Ik dacht: 'Fuck it', en duwde terug en zo waren we elkaar wat aan het duwen." Op dat moment greep Vincenzo Nibali, ploegmaat can Ciccone, in. "Nibali zat achter ons en reed ineens naar voren om me opzij te duwen. Dat was voor mij wel het moment om te stoppen."
Volgens Bennett kon Ciccone het toen niet laten om een opmerking te maken richting hem. "Je gaat Nibali niet terugduwen, dat durf je niet", zei de Italiaan volgens de renner van Jumbo-Visma. "Is dat een uitdaging?", vervolgt Bennet zijn relaas. "Dus ik gaf Nibali een duwtje, maar toen dacht ik: 'Wat ben ik hier aan het doen? Dit is Nibali, hoeveel grote rondes heeft hij wel niet gewonnen?' Dit is zo'n verspilling van energie en Nibali is geen verkeerde vent en ik had geen ruzie met hem. Dus ik dacht, laat hen maar op kop rijden en we zien wel op de Sormano."
"Helaas zaten ze daar met drie man, maar uiteindelijk moesten ze allemaal lossen en liep het voor mij goed af", besluit Bennett.
De anekdote begint vanaf ongeveer 34 minuten
- Cor Vos