Na een teleurstellende Tour de France waarin Peter Sagan naast het groen greep en ook geen etappezege wist te pakken, zagen we in de afgelopen Giro weer een glimp van de coureur waar we allemaal zo van houden. Vooral in etappe naar Tortoreto imponeerde de Slowaak. Hij soleerde fraai naar de zege en liet op een steile helling gepatenteerde klimmers zijn achterwiel zien.
Het is hopelijk een voorbode voor de Sagan die we in 2021 te zien krijgen. Dat is in ieder geval wel de bedoeling, zegt een strijdvaardige Sagan in La Gazetta dello Sport. "Ik hou nog steeds enorm veel van wielrennen en ben nog lang niet klaar met de sport. In de Giro was ik blij met de manier waarop ik kon koersen; in de aanval gaan en er echt voor vechten. Zo koers ik graag. En de mensen vinden dat ook mooi, dat is ook belangrijk voor mij. Het is natuurlijk geen wereldtitel, maar die rit naar Tortoreto zal altijd iets speciaals voor mij blijven."
Dat mensen het afgelopen seizoen meer van hem verwachtten, snapt Sagan, maar hij trekt z'n eigen plan. "Ik probeer me zo weinig mogelijk aan te trekken van wat andere mensen allemaal zeggen. Weet je, als je veel wint, liggen de verwachtingen zo hoog. Terwijl het verschil tussen winnen en verliezen meestal maar een paar centimeter is. Dit seizoen was het met de lockdown ook lastig. In Monaco mocht ik niet naar buiten en moest ik zes weken op de rollen trainen. Dat verschil heb ik wel gemerkt", besluit de drievoudig wereldkampioen.
- Cor Vos