/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2020%2F12%2F6c27YdFT8gHLHF1607444104.jpg "mathieu van der poel")
Eigenlijk praat Mathieu van der Poel zoals hij fiets: hij verstopt zich nooit. Ook niet in het interview dat hij aan het Belgischie blad Humo gaf. De wereldkampioen veldrijden neemt daar de jonge generatie wielrenners onder de loep waartoe hij zelf behoort en is goed voor enkele gepeperde uitspraken.
Zo heeft hij veel bewondering voor Remco Evenepoel, maar uit hij toch ook enige kritiek. "Laat ik vooropstellen dat ik op zijn leeftijd niet kon wat hij allemaal nu al doet. Die lange solo's. Hij wint in elke koers waar hij aan de start verschijnt. Maar soms is het op het arrogante af als je hem hoort praten. Dat moet hij helemaal zelf weten; iedereen is anders. Als hij dingen zo wil zeggen, is dat zijn eigen keuze. Bovendien: hij maakt z'n woorden altijd waar."
Van der Poel laat zich in het interview ook uit over eeuwige rivaal Wout van Aert. "Ik weet niet of ik zou kunnen wat hij deed in de Tour. Zo op kop rijden voor iemand anders. Het is ook niet mijn ambitie trouwens. Wout heeft echt de keuze gemaakt voor het wegwielrennen, terwijl ik dat maar deels doe, omdat ik er ook bij wil blijven mountainbiken. Maar we hebben veel aan elkaar te danken en maken elkaar ook sterker en populairder. Dat realiseren we ons allebei maar al te goed."
Over het algemeen is Van der Poel zeer te spreken over de nieuwe generatie, met naast hemzelf en de hierboven gememoreerde renners noemt hij Marc Hirschi en Julian Alaphillippe als uithangborden. Ze hebben de X-factor volgens MVDP. "Het profwielrennen lijkt weer op koersen bij de junioren. Er zijn open wedstrijden en iedereen durft aan te vallen. Dat is voor de nieuwe generatie vanzelfsprekend. We zijn niet anders gewend."
Mathieu van der Poel maakt aanstaand weekend zijn rentree in het veld en pakt meteen uit met twee wedstrijden in één weekend.
- Cor Vos