Tokio | Theo Bos: 'Na één maand reed Niek mij al drie tiende om de oren op de start van de teamsprint'

"Niek zat vorig jaar best wel in de knoop met zijn beroep, met het BMX'en", begint Bos zijn verhaal. "Het is een verschrikkelijk moeilijke sport, omdat je zo vaak wordt teruggeworpen. Altijd in het krachthonk, opbouwen naar topvorm en dan val je in de eerste ronde en breek je wat. Die harde val van Jelle van Gorkom heeft ook veel impact gehad. Niek heeft verder knieblessures gehad waardoor hij aangepast moest trainen. Het is niet van een leien dakje gegaan en vorig jaar met corona was hij er even helemaal klaar mee. Hij had zo van: ga ik het trekken om twaalf maanden lang te trainen op de BMX of ga ik de stekker eruit trekken en even iets anders doen?"

Zijn keuze valt op optie twee, want Kimmann gaat in juni meedoen in het baantraject. "Hij is met de Onder 23 gaan meetrainen, maar hij had niet zo'n goede fiets gekregen. Dat zag er niet uit. Toen zei ik: 'Als je dit doet, moet je wel goed materiaal hebben.' Mijn schuur staat vol met fietsen en we hebben een goede fiets opgebouwd. Dat was vorig jaar juni, terwijl wij al tests deden voor de starttestdag in februari (waar de starter voor de teamsprint gekozen zou worden, red.) We hadden een reeks wedstrijden naar die dag."

Roy van den Berg

"Daaraan kon Niek ook meedoen", vervolgt Bos. "Hij had pas een paar trainingen gedaan en hij doet een start en rijdt mij al drie tiende om de oren. Hij zat maar drie tot vier tiende af van Roy van den Berg, die in topvorm verkeerde. Toen dacht ik: als jij nu nog een halfjaar gaat trainen voor de start, dan kom je serieus in de buurt. Hij heeft erover nagedacht, want de teamsprint op de baan was een meer zekere medaille dan op de BMX. Maar uiteindelijk besloot hij zich toch te focussen op het BMX'en."