Interview | Tsgabu Grmay: 'Wielrennen heeft me alles gegeven; toen ik klein was had ik soms geeneens schoenen'

Tsgabu Grmay was de eerste Ethiopische renner die de Tour de France reed. Nog steeds is hij de enige renner uit het arme Afrikaanse land op het hoogste niveau. Wieler Revue sprak hem voor de najaarsspecial.

Grmay
  • Afbeelding van Tsgabu Grmay Tsgabu Grmay

Grmay groeit op zoals zoveel kinderen in Ethiopië: in armoede. Vader werkt in een garage, terwijl moeder thuis is om voor Grmay en zijn vijf zussen en vier broers te zorgen. Nu hij wielrenner is, koestert hij zijn jeugd. Tegelijkertijd erkent hij dat er veel uitdagingen op zijn pad zijn gekomen toen hij kind was.

"Er waren geen regels in de regio waar ik opgroeide. Wat dat betreft was het een ramp. Wielrennen heeft me alles gegeven. Als ik nu ergens heen wil, dan pak ik de auto of fiets. Maar toen ik jong was, had ik soms geeneens schoenen. Ik sliep in één bed met drie van mijn zussen. Ik ben er trots op dat ik die uitdagingen heb overwonnen en mijn jeugd heeft ervoor gezorgd dat ik altijd bereid ben om keihard te werken."

Voor de Tourpresentatie van 2018

Soms hoort Grmay collega’s klagen over de zware omstandigheden die wielrenners moeten trotseren. Over de opofferingen die ze moeten doen om op het hoogste niveau te presteren of over de weersomstandigheden waarin ze de weg worden opgestuurd bijvoorbeeld.

Een voor in de westerse cultuur opgegroeid persoon geen gekke klaagzang, maar Grmay vertelt dat het hem soms irriteert. Hij zal zelf nooit klagen, want vergeleken met zijn jeugd is de wielersport namelijk niet zwaar. "Ik zeg niet dat het altijd makkelijk is, maar zeuren doe ik niet. Ik vind het fijn om te fietsen en als ik gesloopt thuiskom dan omarm ik dat gevoel. Ik hou ervan."

"Nu ik wielrenner ben, probeer ik mijn familie te helpen. Wat dat betreft ben ik een typische Ethiopische familieman. Al gebruik ik zelf het woord helpen nooit. Voor jou is het misschien helpen, maar voor mij voelt het alsof ik iets teruggeef wat eigenlijk van hen is, snap je? Het is heel normaal om geld te sturen, want mijn familie heeft me vroeger als kind ook alles gegeven."

Hyena's

Grmay verblijft regelmatig in Ethiopië, maar heeft ook een appartement in Girona. Tijdens zijn ritjes geniet hij van de Ethiopische wildernis. Met enige regelmaat rijdt Grmay tussen de hyena’s. Een van de gevaarlijkste roofdieren die er zijn. "Maar we zijn ermee opgegroeid”, vertelt hij daarover. “Als het donker werd, dan kwamen de hyena’s de stad in om in het afval te snuffelen."

"Overdag lagen ze in de struiken en als kind gingen we daar weleens kijken en maakten we hyena’s wakker. Dan moesten we vervolgens wegwezen, haha. Daarom zijn we in Ethiopië ook totaal niet bang voor ze. In juni en juli begin ik mijn training weleens rond zes uur ‘s morgens en dan lopen de hyena’s nog over de weg. Voor ons is dat normaal."

"Ik zie ook veel apen als ik op pad ben. Nee, tijgers en leeuwen heb ik nooit gezien in het wild. Van mensen honderd kilometer verderop heb ik wel gehoord dat daar leeuwen en tijgers zijn gesignaleerd."

Het hele verhaal met Tsgabu Grmay is te lezen in onze herfstspecial, die vanaf deze week in de winkels ligt. Daarin verder verhalen met Heinrich Haussler, André Greipel, Florian Vermeersch, Dylan van Baarle en Ellen van Dijk. Bestel 'm hier of nog beter: sluit een abonnement af zodat je iedere Wieler Revue standaard op je deurmat ontvangt!

Magazine
  • Cor Vos