Column | Sinds gisteren droom ik van de Koetjesreep Wielerploeg, een cultploeg in wording
Onze redacteur werd op de redactie herinnerd aan het bestaan van Koetjesrepen en het lijkt hem bij uitstek een geschikte sponsor voor de broodnodige tweede Nederlandse profploeg. Lees zijn betoog...
Op de redactie van Wieler Revue werken we natuurlijk heel hard, maar soms hebben we het ook over koetjesrepen. Gisteren nog. Via de bekentenis dat ik weleens pindakaas eet met karamel-zeezout-smaak (sorry!) kwamen we op chocola - want dat is immers de moeder van de verkaramelliezeezoutisering van de samenleving. En wie chocola zegt, zegt Koetjesreep.
Nou ja, mijn collega Willem zei dat. Zelf was ik de Koetjesreep eerlijk gezegd een beetje vergeten. Maar na enige tijd werd ik enthousiaster en enthousiaster. Dat kwam ook zeker doordat collega Willem daad bij het woord voegde; hij verliet het pand en kwam even later terug met drie 8-packs Koetjesrepen.
Ik weet niet of het door het opsmikkelen van zo'n onovertroffen reep oud-Hollandsche chocolade kwam, maar plots kreeg ik een visioen. Ik zag wielrenners in een wit shirt met een mooie lichtblauwe ruit erop. Op het shirt stond verder een koe en de tekst 'Koetjesreep'. Het was een prachtig shirt - gelijk de verpakking.
Onlangs schreef ik een artikel waarin ik enkele Nederlandse bedrijven sommeerde onmiddellijk in te stappen in het wielrennen om zo de broodnodige tweede Nederlandse wielerprofploeg mogelijk te maken, maar die bedrijven kunnen de hand op de knip houden. Ik doe het nu voor niets anders meer dan de nu al fameuze Koetjesreep-ploeg.
In mijn hoofd hoor ik het de commentatoren al zeggen - en het klinkt uitstekend: 'Een demarrage van iemand uit de Koetjesreep-formatie. Ik kan vanuit de lucht niet goed zien wie het is, maar daar komen we zo vast achter.' En dat Karsten Kroon dan in de tussentijd een anekdote over koe vertelt die eens op z'n veranda stond.
De Koetjesreep-ploeg heeft het in zich dezelfde cultstatus te bereiken als bijvoorbeeld de Belgische IJsboerke-ploeg, die van 1973 tot 1980 actief was in het profpeloton. Koetjesreep. Het woord heeft iets magisch. Zeg het maar eens een keer of negen achter elkaar. Koetjesreep. Koetjesreep. Koetjesreep. Koetjesreep. Koetjesreep. Koetjesreep. Koetjesreep. Koetjesreep. Koetjesreep. Heerlijk toch?
Maar belangrijker dan cult of magie is natuurlijk dat de Koetjesreep-ploeg (klinkt echt lekker hè?!) de leegte opvult voor jonge renners die de stap naar de World Tour nog niet niet kunnen maken, maar wel hard kunnen fietsen. Als dat lekker loopt, zou de ploeg eventueel door kunnen groeien.
Over een paar jaar zou Wout van Aert de ideale kopman zijn. Koetjesrepen worden namelijk sinds 1999 in België gemaakt, in het plaatsje Olen, en dat ligt weer vlakbij Herentals, de woonplaats van Wout van Aert, die, om het helemaal af te maken, vanwege zijn Nederlandse opa en oma de perfecte Nederlands-Belgische blikvanger is onder wiens vleugels de Nederlandse en Vlaamse talenten tot grote wasdom kunnen komen. Hup Team Koetjesreep!
Maar laten we rustig beginnen. Eerst moet Koetjesreep nog toehappen zoals ik dat gisteren deed met hun voortreffelijke reep (beetje slijmen helpt altijd). Om dat toehappen te bespoedigen heb ik via de website koetjesreep.com (bezoek die vooral om alles over de meest smaakvolle chocoladereep te wereld te weten te komen!) een berichtje naar ze gestuurd met het briljante idee voor de Koetjesreep-ploeg. Het kan toch bijna niet anders dan dat de Koetjesreep-ploeg in 2023 een feit is?!