Global Cycling Team rijdt koersen over de hele wereld: 'Voor de koers neem ik 26 blikjes tonijn mee'

Onder de naam Global Cycling Team rijdt een Nederlands gezelschap in wisselende samenstelling wedstrijden over de hele wereld. Van Oost-Europa tot Zuid-Amerika en Afrika. Dat levert naast mooie resultaten vooral heel veel schitterende verhalen en anekdotes op.

Global Cycling Team rijdt koersen over de hele wereld: 'Voor de koers neem ik 26 blikjes tonijn mee'

De renners van het Global Cycling Team rijden over het algemeen allemaal als amateur met elitelicentie bij een Nederlandse club. Met een beetje geluk mag je dan meedoen met Olympia's Tour, maar het rijden van een buitenlandse etappekoers zit er voor het gros van deze renners niet in. Met het Global Cycling Team kan dat dus wel. Koersen in Polen, Kosovo of Estland worden al snel als wedstrijden dicht bij huis gezien. Nee, liever gaan ze naar Chili, Madagaskar of Burkina Faso. Het team wordt sinds kort gesponsord door Van Den Brink Onroerend goed en rijdt daarom in fonkelnieuwe en gesoigneerde outfits.

Peter Merx is één van die renners die met enige regelmaat op pad gaat met het Global Cycling Team. Op zijn palmares staan etappezeges in de Romanian Cycling Tour van 2011, de Ronde van Togo 2017 en de Tour du Faso van 2019. Momenteel is hij weer actief in laatstgenoemde koers, een tiendaagse etappekoers in Burkina Faso. De Tour du Faso is alweer de derde Afrikaanse rittenkoers die de Kolibrie van Warfhuizen, zoals zijn bijnaam luidt, dit jaar rijdt.

Vorige maand won Merx nog de slotrit van de naar de First Lady van het land vernoemde GP Chantal Biya in Kameroen. Het leverde hem naast de eer ook een rol stof op, gekregen van één van de sponsoren van de ronde. Dat bracht gelegenheidsploeggenoot Lars Quaedvlieg op een lumineus idee. Quaedvlieg won namelijk twee dagen eerder ook een rit en was ook in het bezit van een rol stof. Omdat de rollen lastig mee te nemen zouden zijn in het vliegtuig besloten ze naar een kledingmaker te gaan er een pak van te laten maken.

(tekst gaat door onder de foto)

Quaedvlieg en Merx in hun op z'n minst opvallende maatpakken.

26 blikjes tonijn

"Mijn specialiteit is sprinten en kleine heuvels en dat soort ritten zijn in Afrika veel te vinden", aldus Merx over de reden waarom hij graag in Afrika koerst. "Daarnaast vind ik het een fantastisch continent, het heeft iets puurs en rauws wat je nergens anders ter wereld vindt."

Dat het er in Afrika anders aan toegaat dan in Nederland mag geen verbazing heten. Zo zijn de verplaatsingen langer en laat de logistiek ook wel eens te wensen over. De etappe die hij won in de Ronde van Togo, reed hij noodgedwongen op een paar bananen en bidons met slechts water. De reden? De koffers van de renners bleken achtergebleven te zijn bij de vorige etappeplaats. Merx had nog mazzel dat hij een toilettas bij zich had en zich wat op kon frissen.

Eten en drinken is sowieso een dingetje in Afrika. De temperaturen zijn hoog en het kan er drukkend zijn. Daarnaast ligt een voedselvergiftiging altijd om de hoek. De Kolibrie neemt z'n voorzorgsmaatregelen vertelt hij. "We nemen zelf eten mee uit Nederland, omdat met name de verse producten hier soms een laxerende werking blijken te hebben. Het lastige is alleen dat je niet oneindig veel kilogrammen mee kunt nemen in het vliegtuig. Ik neem speculoos en pindakaas mee voor het ontbijt. Als aanvulling op de pasta neem ik ketchup en 26 blikjes tonijn mee, twee per dag."

"Niet alle top-wielrenners liggen altijd in top-hotels", vervolgt hij. "Moet je nagaan hoe dat is voor wielrenners ver onder World-Tour niveau die liggen in hotels, verder onder World-Tour niveau. Inmiddels zijn we al vier dagen onderweg en de hotels worden er niet beter op. Afrikaanse hotel sterren zijn minder waard dan Europese. Je moet het positief bekijken: een tijdje geen WiFi werkt louterend op de geest. En heb je echt een M-line matras en stromend water nodig om je goed te voelen?"

Afrika-stare

Een van de typische dingen is wat Merx de Afrika-stare noemt. "Het is een blik in je ogen waarvan je zelf niet weet dat je hem hebt, maar die door andere renners herkend wordt. Het is een blik die maar een ding zegt: “Ik wil deze etappekoers uitrijden, ondanks alle kwalen die mij nu tergen”. En dat kunnen veel kwalen zijn: de hitte, het parcours, het lokale voedsel wat de Europese maag begint te bewerken."

"Tijdens een ontbijtsessie kijk in mijn ploeggenoot diep in de ogen en ik schrik van de staar die ik herken: de Afrika-stare. Uit ervaring weet ik dat hij al zijn onnodige veren heeft afgeschud en alleen nog maar denkt in coureurstermen: Hoe overleef ik deze koers terwijl ik mijn team nog van dienst kan zijn?"

Overigens noemt Merx die vijfde etappe van de Tour de Cameroun één van de mooiste ritten die hij ooit reed: "Qua parcours zou ik het vergelijken met de Brabantse Pijl, qua beleving met de Ronde van Vlaanderen en qua inzet met het WK. En dat als amateur-renners."

Lekke banden bij de vleet

Eerder dit jaar reed Merx dus de Tour du Cameroun, waar hij twee keer naar een podiumplek sprintte. Ploeg- en plaatsgenoot Sybren Welling won de zesde etappe en volgens Merx weerspiegelt juist die etappe heel goed hoe het koersen in Afrika er aantoe gaat. "Er reed een kopgroep van zes man, met daarbij Sybren, weg en in het peloton viel het vrijwel meteen stil. Omdat het 45 graden was, was een beetje rijwind wel prettig. We gingen zo langzaam dat we bijna omvielen en na twee uur helemaal gaar waren. Plots sloeg de vlam in de pan en er demarreerden een paar renners. Ik sprong mee, maar omdat ik een ploeggenoot vooruit had én het gat inmiddels 18 minuten was hield ik me koest."

Merx zag het kansloze van deze actie al snel in en besloot zich te laten terugzakken naar het peloton. "Enkele lokale renners bleven ervoor rijden en het lukte ze op een of andere manier toch om die 18 minuten dicht te rijden... Ondertussen zat onze ploegleiderswagen achter de kopgroep toen ik een lekke band kreeg. De ploegleider heeft toen rechtsomkeert gemaakt en reed 18 minuten terug om mij een nieuw wiel te geven. Ik was ondertussen al aan het lopen. Na de wielwissel reed ik nog drie keer lek. Ondertussen wilde Sybren drinken hebben, dus de ploegleider moest weer naar de kopgroep toe."

Uiteindelijk zou Merx het restant van de etappe voor de bezemwagen uitrijden. "Ik reed weer lek, maar gelukkig zat er nog een renner met fiets, van wie ik een wiel kreeg, in de auto. Eenmaal bij de finish aangekomen hoorde ik dat Sybren de etappe had gewonnen en dat deed mij die lekke banden natuurlijk snel vergeten."

Achtergrond
  • Peter Merx