Het coronavirus had al een enorme invloed op de kalender van het wielrennen, maar ook op een ander vlak laat het zich gelden: materiaal. Door het virus lagen de fabrieken die met name in Azië staan een tijdje stil. Die achterstand is bij lange na nog niet ingehaald. Fietsenmakers zeggen desgevraagd dat ze er de komende vijf jaar nog wel last van gaan hebben.
Wie dacht dat de profploegen de dans ontspringen en over een onuitputtelijke voorraad kettingen, cassettes en frames beschikt, komt bedrogen uit. Frederic Amorison, ploegleider van Intermarché-Wanty Gobèrt doet tegenover de Waalse omroep RTBF een boekje open over de maatregelen die zijn team al nam.
"Normaal gesproken gaat een ketting bij de profs 2000 kilometer mee, nu gaan we over de 2500 kilometer heen. Daarnaast hebben renners over het algemeen zo'n vijf fietsen die ze gebruiken, maar momenteel laten we ze op drie fietsen rijden, zodat ze niet beschadigen."
Niet echt een voorrangspositie voor de profteams dus, die nadrukkelijk contact met elkaar houden over de situatie. "Er zijn geen privileges voor grotere teams. De twee grote merken Shimano en SRAM hebben moeite om het peloton te bevoorraden. Er is veel contact tussen de ploegen. Iedereen maakt zich in ieder grote zorgen en hoopt dat de situatie snel zal verbeteren."
- Cor Vos