Het artikel was er eentje vol onheilspellend nieuws. De Telegraaf schreef dat Joop Zoetemelk bijna niets meer kan, dat de Tour de France-legende in zak en as zit na zijn zware ongeluk van een ruim jaar geleden. Voor de mannen van Bureau Sport reden om hem op te bellen en te vragen naar zijn gemoedstoestand. Op de radio klonk de winnaar van de Tour de France 1980 een stuk optimistischer.

“Het is nog niet zoals het was, maar het gaat steeds beter, hoor”, vertelt Zoetemelk tegen gastheren Erik Dijkstra en Frank Evenblij. “Het gaat de goede kant op. Ik weet niet wat ze erin hebben gezet bij De Telegraaf? Het is allemaal een beetje overdreven natuurlijk. Ik heb van begin af aan gezegd: het gaat een jaar, twee jaar en misschien nog wel langer duren voor ik alles weer normaal kan gebruiken.”

“Ik kan me voorstellen dat je bezorgd werd van het artikel. Hij heeft misschien een keer gebeld om te vragen hoe het was, maar van het artikel weet ik niets. Maar slecht gaat het niet, want verder ben ik gezond. Ik ben optimistisch. Volgende maand gaan we terug naar het ziekenhuis om de spieren en zenuwen te controleren. Ik ben hoopvol. Het is niet makkelijk, maar met de handicap moet je leren leven. Dat gaat wel goed komen.”

Fietsen gaat dan wel niet, maar Zoetemelk vertelt de dagen wel door te komen. “Ik ben gewoon lekker buiten. Ik heb een terrein dat ik moet verzorgen. De bladeren die er vallen, raap ik op. Daar hou ik me nu mee bezig en zo ben ik ook aan het revalideren. Het gaat niet zoals vroeger, maar ik kan gewoon buiten werken. Misschien duurt het nog een jaartje, maar dan is Joop weer honderd procent.”

Beeld: Cor Vos