De slotdag in Parijs-Nice was de klassieke etappe naar Nice, waar altijd wel iets noemenswaardig gebeurt. Dat was dit jaar in het zeikweer in Frankrijk niet anders. Op de voorlaatste klim, de Côte de Peille, ontbrandde de etappe met een aanval van Daniel Felipe Martínez.
De Colombiaan van INEOS Grenadiers kreeg slecht vier renners met zich mee: leider Roglic, Simon Yates, Quintana en een beresterke Wout van Aert.
Van achter werd weinig druk meer gezet, omdat iedereen door de zware omstandigheden piepedood zat. Het leek een strijd tussen vijf te worden, maar ware het niet dat Martínez wegviel vooraan na een lekke band.
Dat gebeurde net voor de Col d'Eze, de laatste klim van de dag. Op die klim versnelde Quintana in eerste instantie, maar dat was zonder overtuiging. Het deed niemand kraken. Op de steile stukken moest Van Aert weliswaar een gaatje laten, maar hij kwam nooit echt onder druk te staan.
Sterker nog, hij leverde geweldig werk in dienst van Roglic nadat de Sloveen een mindere dag bleek te hebben. Roglic kon de versnelling van Simon Yates niet volgen en dreigde de eindzege net als vorig jaar weer op de laatste dag te verliezen.
Hij moest bovendien alle moeite doen om het wiel van Van Aert te volgen, die soms serieus moest inhouden. Op de top had Yates dan ook een voorgift van iets meer dan twintig seconden.
In de afzink kwam het duo van Team Jumbo-Visma, Quintana was al lang en breed gelost bergop, nog tot zeven seconden, maar Yates leek nog een extra energievaatje te vinden in de laatste kilometers.
De Brit wist in de bochtige finale namelijk nog uit te lopen en boekte zodoende zijn eerste zege van het seizoen. Even daarachter finishte Van Aert op plek twee met Roglic in zijn wiel. Die laatste hield uiteindelijk 29 seconden over op nummer twee Yates in het algemeen klassement.
- Cor Vos