Daalkoning Matej Mohoric: 'Ik daal af op de limiet voor het plezier, voor de adrenaline, de blijheid om de perfecte lijnen te vinden'

Een afdaling met doodsverachting noemde men het, maar Matej Mohoric zelf had alles onder controle tijdens de afzink van de Poggio, verzekert hij.

Mohoric
  • Matej Mohoric Matej Mohoric

De Sloveen praatte over de zege in Milaan-Sanremo met Het Laatste Nieuws. En dan specifiek over die afdaling van de Poggio, waar Mohoric het verschil maakte. "Ik heb twee keer naar de herhaling gekeken, maar op televisie ziet het er veel, veel enger uit dan hoe het op de fiets voelde."

"Ik was gefocust, ik had controle en ik zat niet op de limiet. Niet toen ik mijn versnelling controleerde en naast de weg belandde. Ik kon snel weer op het asfalt springen. En ook de tweede keer niet, toen in de laatste bocht mijn voor- en mijn achterwiel grip op het asfalt verloren en ik moest remmen. Ook dan had ik mijn fiets in bedwang. Ik was niet superbang."

De renner van Bahrain-Victorious staat te boek als een van de beste dalers van het peloton en heeft dan ook geen schrik voor een snelle afzink. "Het probleem is dat ik altijd het idee heb dat ik controle heb. Zo gaat het al heel mijn leven. De laatste twee jaar ben ik wat voorzichtiger geworden. Toen ik jonger was, was ik roekelozer."

"Als junior ben ik erg veel gevallen", vervolgt Mohoric. "Ik zocht altijd de limiet op. Op den duur ben je genoeg gevallen om beter te worden in de afdalingen. In normale omstandigheden wil ik niet tot de limiet gaan. Maar dit was Milaan-Sanremo. Als ik één race met risico wilde winnen, was het deze wel."

"Het is het wel waard geweest, denk ik. Ik ken de afdaling van de Poggio uit mijn hoofd. Wat mij betreft is het minder gek wat ik deed dan voor mensen die de weg minder goed kennen."

Mohoric gaat iets dieper in op zijn voorliefde voor afdalen. "Ik ben geboren in de bergen. Met vrienden in het dorp bouwden we mountainbiketrails in de bossen. We deden elkaar altijd harder naar beneden rijden. En ik was stom genoeg om niet competitief te zijn. Ik was nooit competitief. Ik voelde me niet beter nadat ik de andere had geklopt."

"Ik ben trots op wat ik heb bereikt, op mijn loopbaan. Ik ben trots dat ik Milaan-Sanremo heb gewonnen. Want dat was heel zwaar. Maar dat is niet waarom ik in de afdaling de limieten opzoek. Ik doe het voor het plezier, voor de adrenaline, de blijheid om de perfecte lijnen te vinden. Dat is erg bevredigend."