André van den Ende

Column | Ik ging (nu pas) voor het eerst in de Limburgse heuvels fietsen en dit viel me op

Onze redacteur fietste al op veel plaatsen in Europa, maar (schande, schande!) nog nooit in Limburg. Daar kwam recent verandering in en dit viel hem daar op. Herkenbaar?

André van den Ende

De Stelvio, de Galibier, de Tourmalet.. Ik heb ze allemaal al afgevinkt. Maar recent kwam ik er tot mijn stomme verbazing achter dat ik dat van de Keutenberg, Cauberg en Eyserbosweg niet kon zeggen. Idioot natuurlijk. Ik nam een week vrij en toog de week voor Pasen naar Limburg met m'n racefiets. Het was schitterend, maar er vielen me wel een paar dingen op...

Allereerst iets dat specifiek voor de paasperiode was (zo bleek)

Want ik reed het lieftallige plaatsje Noorbeek binnen en zag naast de kerk een vrij aparte boom staan. Of ja, een boom. Het was meer een stam met nog een klein plukje takken waardoor het nog net het predicaat boom mee kan krijgen.

Dit rare ding bleef in m'n hoofd zitten en bij terugkeer in m'n appartement sloeg ik eens aan het googelen. Het resultaat stelde niet teleur. De zoekopdracht Noorbeek + boom bracht me op de Wikipediapagina van de Sint Brigida-den.

Dat lange ding naast de kerk bleek een katholieke (hoe kan het ook anders) paastraditie, waarbij ieder jaar een den wordt geplaatst (het eerste deel door de vrijgezelle mannen van het dorp, het laatste stukje door de getrouwde mannen) om een middeleeuwse veeziekte buiten de deur te houden.

Nou ja, een apart verhaal zoals je leest. Voor alle info is hier een linkje naar de wiki van de Sint Brigida-den. Dit soort dingen kom je dus alleen aan de weet als je lekker gaat fietsen, schitterend!

De Sint Brigida-den als je Noorbeek vanuit het noorden komt binnenfietsen.

Niet de Keutenberg, niet de Eyserbosweg, maar de Cauberg was m'n grootste kwelgeest

Na een paar dagen door Limburg fietsen had ik alle bekende klimmetjes uit de Amstel Gold Race volgens mij wel afgevinkt. Tijd voor een conclusie dus. Een ietwat verrassende conclusie, want voor mij was de Cauberg het naarst. Kijk, bij de steile hellingen als de Eyserbosweg, Keutenberg, Kruisberg en Gulperberg weet je waar je aan toe bent. Steil en stoempen.

Bij de Cauberg is dat anders. Tuurlijk, als je 'm gewoon rustig opfietst is er niet zoveel aan de hand, maar mijn toch nog wel enigszins competitieve aard dacht daar anders over. Wilde ik mezelf nog in de spiegel aan willen kijken, dan moest ik op die mythische Limburgse berg toch een beetje gas geven.

En daar zit precies de crux op de Cauberg. Waar en hoe geef je gas op die berg?! Ik ben 'm geloof ik drie keer opgefietst. De eerste keer probeerde ik vol te rammen vanaf het begin. Maar dan kom je op den duur toch bedrogen uit, want stiekem is de Cauberg best steil op den duur. Rustiger beginnen, zorgde ervoor dat ik weer te veel over had.

Kortom, een lastig rotding, die Cauberg. Zeker ook omdat hij breder is dan vrijwel alle andere Limburgse klimmetjes en daardoor toch voor je gevoel op een wat andere manier aan het klimmen bent.

Camerig, de meest bijzondere

Hierboven liet ik één klim buiten beschouwing. Dat deed ik expres, omdat hij gezien z'n lengte eigenlijk een vreemde eend in de bijt is. Met z'n bijna 5 kilometer is Camerig, de klim die Epen en Vaals verbindt, on-Nederlands lang. Oké, er zitten stukjes afdaling in, maar toch. Met z'n haarspelden doet hij heel anders aan dan de kuitenbijters die je wat meer noordelijk in Zuid-Limburg vindt. Prachtig (en een must-do als je in Zuid-Limburg bent dus)!

De Doodeman heet niet voor niets zo

Eén van die kuitenbijters is de Doodeman. Hij is wat onbekender omdat-ie niet in de Amstel zit, maar het plateau waar je op uitkomt als je de Keutenberg opstoempt, kun je ook op een andere manier bereiken. En dat is niet per se een minder zware manier...

Sterker nog, het klimmetje vanuit het gehucht Stokhem dat in één rechte lijn omhoog loopt is misschien wel zwaarder dan de Keutenberg. Hij heet dan ook niet voor niets de Doodeman, want zo voel je je wel een beetje als je 'm achter de rug hebt (of Doodevrouw natuurlijk).

Het profiel van de Doodeman, langer steil dan de Keutenberg. | Beeld: climbfinder.com

Doolhof Limburg, alles op een postzegel

Het is een beetje cliché, want elk jaar als de Amstel wordt verreden hoor je de wielercommenatoren over het draaien en keer door Limburg, maar toen ik er zelf rondreed ervoer ik het ook wel zo. Ik reed veelal een beetje op de bonnefooi rond, af en toe Google Maps raadplegende als ik een bekend klimmetje wilde pakken.

Bij het bonnefooien viel me op dat ik telkens wel weer een bord met Gulpen zag en het aantal kilometers nooit in de dubbele cijfers liep. Voor m'n gevoel was ik helemaal niet in de buurt van Gulpen, maar de feiten zeiden toch echt iets anders. Zuid-Limburg is echt een postzegel met ontelbaar veel kleine dorpjes en nog veel meer weggetjes.

Een bord met Gulpen dat op 2 kilometer ligt. Er stond ook een gezellige dronken bok...

Kijk absoluut ook over de grens

Hoe zo'n postzegel het ook is, je kunt prima een paar daagjes door alleen Zuid-Limburg rijden, maar dat is wel een beetje zonde, want net over de landsgrenzen is het ook mooi. Ik reed een dagje naar de Eifel toe en weer teruf. De Rursee die daar ligt, is prachtig en onderweg kun je over een fietspad rijden waar eens een spoor lag (de Vennbahn, die door België loopt, maar je rijdt alleen op dat fietspad wel op Duits grondgebied..)

Een biergarten op een wagon, langs de Vennbahn. Prachtig.

Ook bij de zuiderburen is het natuurlijk prima toeven. Als je de grens overgaat en Teuven binnenrijdt, liggen daar vrijwel onmiddellijk twee schitterende cafés met dienovereenkomstige Belgische gastvrijheid. Ook qua fietsen is het schitterend, de Voerstreek is wat mij betreft onderschat.

Een bordje dat bij één van de twee cafés hing.

En als je 10 kilometer doorrijdt, duiken er opeens ook al wat langere Ardense klimmetjes op. Wie nog wel even een steile jongen wil doen, raad ik de Berg Clouse vlakbij Aubel aan. Een prachtig rotding over een heel smal weggetje (moet je daar echt afslaan om 'm op te rijden? Jup!)

Als je daar toch bent, rij je al bijna langs de grote Amerikaanse oorlogsbegraafplaats bij Henrychapelle en kun je mooi terug naar Nederlands Limburg over de veel mooiere Belgische klim naar het drielandenpunt vanuit Gemmenich. Clichéfotootje bij de pilaar en de vlaggen (al dan niet met onbekende vrouw erbij op) en doorrrrrr!

De foto bij het drielandenpunt met de vrouw met swag die toch wel mijn thunder steelt.

Over clichés gesproken...

Wat wel opvallend was: als je vanuit Slenaken bij De Planck de grens overgaat, rijd je op een fietspad langs een N-weg en precies waar het grensbordje met welkom in België erop staat, verdwijnt het fietspad en rijd je opeens óp de N-weg, die dan ook nog eens uit het niets een abominabele asfaltkwaliteit heeft...