Hoewel er ’s middags een koers voor hem op het programma stond, begon Van der Poel de dag met een training van bijna 75 kilometer aan 44 kilometer per uur. Een paar uur later stond hij aan de start in Izegem en vanaf de eerste ronde trok hij al ten aanval. Samen met latere finalepartner Yves Lampaert.
Door het slechte weer waren de omstandigheden ook niet optimaal. “Toen het al voor de start regende, had ik niet veel zin om te koersen”, vertelde Van der Poel na afloop tegen Het Laatste Nieuws. De bijna 170 kilometer in West-Vlaanderen gingen aan een snelheid van liefst 47,7 kilometer per uur. Goed voor gemiddeld 363 watt.
Tegen het einde kwamen de beste renners dan ook bovendrijven. Van der Poel zat in de finale voorop met ploegmaat Dries De Bondt en Yves Lampaert, die ook zeer sterk bleek en het uiteindelijk tot een sprint wist laten te komen. Daarin was Van der Poel duidelijk beter dan de renner van Quick-Step Alpha Vinyl.
Volgende week staan er twee profkoersen op het programma voor Van der Poel: GP Wallonie en de Primus Classic. Daarin zal hij de benen voor een laatste keer testen richting het WK in Wollongong. “Het gaat de goede kant op met mijn conditie, maar deze koers van 167 kilometer is van een totaal andere orde dan een WK. Ik heb op dit moment geen referentie tegenover de concurrentie van in Australië. Ik kan er alleen het beste van maken en dan zien we wel.”
Hoe ziet de planning er verder uit? Van der Poel vliegt op zondag 20 september naar Australië. De zondag erna wacht de wegwedstrijd, terwijl Van der Poel midweeks ook nog de Mixed Relay betwist. “Uit mijn eigen ervaring met overzeese verplaatsingen en jetlags is dat voldoende.”