Waterloo was vorig jaar de plek waar Nys junior een sleutelbeenbreuk opliep en zijn seizoen al zo’n beetje in het water zag vallen. Daardoor keek hij een beetje op tegen het parkoers, maar hij voelde zich dusdanig goed dat hij achter de ongenaakbare Iserbyt en Sweeck meestreed om het podium.

Uiteindelijk moest hij Lars van der Haar en Michael Vanthourenhout ook nog voor zich laten. “Ik had de benen om derde te worden”, aldus Nys tegen Het Nieuwsblad. “Maar ik was al tevreden dat ik meedeed voor het podium waardoor ik vergat initiatief te nemen. Achteraf bekeken heb ik mijn eerste podiumplaats in een wereldbeker laten schieten en dat was dus mijn eigen schuld.”

De nog altijd pas negentienjarige Nys zal volgend seizoen ook een wegprogramma rijden bij Trek-Segafredo. “We hebben een gebalanceerd programma uitgetekend met ruimte voor cross, maar ook enkele stages om rekening te houden met het wegseizoen. Maar met toch vooral cross. Ik richt me op het het wereldbekerklassement bij de beloften en ik rijd alles van de X20 Trofee, maar van de Superprestige ga ik wel enkele manches overslaan.”