De kern rondom Mathieu van der Poel bij Alpecin-Deceuneuninck is er voor 2023 weer sterker op geworden

Het vertrek van Vine zullen ze bij Alpecin-Deceuninck ongetwijfeld niet hebben toegejuicht, maar dat de Australiër vertrekt, mag ook weer geen enorme verrassing heten. De winnaar van twee ritten van de Vuelta a España wil zich meer gaan toespitsen op het rijden van klassementen in grote rondes, maar daar liggen niet per se de ambities van de ploeg.

In 2020 vertelde Philip Roodhooft al dat ze niet zullen investeren in een renner die ambities heeft op top 10 in een grote ronde. Het vertrek van Tim Merlier zal wat dat betreft harder zijn aangekomen, maar door het budget dat vrij is gekomen door het vertrek van de Belgisch kampioen, is de kern voor het voorjaar wél aangesterkt.

De meest aansprekende nieuweling is Søren Kragh Andersen, die overkomt van Team DSM. De Deen was vorig jaar nog een van de beste renners op de Poggio tijdens Milaan-Sanremo en moet Van der Poel in volle finale bijstaan.

Samen met in ieder geval Gianni Vermeersch en daarnaast mag van Jasper Philipsen ook een volgende stap in eendagswedstrijden worden verwacht. Let ook op nieuwkomer Robbe Ghys, baan- annex wegrenner. Ghys werd afgelopen jaar in zijn eerste Ronde van Vlaanderen 45ste.

Heuvelklassiekers

In de heuvelklassiekers had Vine een van de vooruitgeschoven pionnen moeten zijn, maar dat betekent niet dat Alpecin-Deceuninck niets te zoeken heeft in de heuvelklassiekers, want met Quinten Hermans hebben ze de nummer twee van Luik-Bastenaken-Luik binnengehaald. Daarbij zou ook Van der Poel kunnen meespelen als hij deelneemt aan de klimklassiekers.

Niet alleen Hermans is een nieuwe kracht, maar ook Nicola Conci zou er een en ander moeten kunnen klaarspelen. Wat betreft de sprinters zijn er twee Australiërs die in de voetsporen moeten treden van Merlier: Kaden Groves en Jensen Plowright. Groves is al een gevestigde naam die een rit won in de Vuelta a España, terwijl Plowright afgelopen jaar de beste sprinter in het beloftecircuit was.