Tomas Van Den Spiegel, CEO van Flanders Classics is ambitieus. Hij wil het veldrijden groter maken door de cross te internationaliseren, weg te halen uit Vlaanderen. Het resultaat is een vernieuwde wereldbekerkalender met in totaal 14 crossen, verspreid over Europa en de Verenigde Staten.

Die veelheid aan wereldbekermanches wordt echter niet door iedereen gesmaakt. Wieleranalisten en crossers lieten zich al vaak kritisch uit over het vernieuwde format. In gesprek met hln blikt Van Den Spiegel terug op het voorbije wereldbeker seizoen.

Weg uit Vlaanderen

“Ik heb felicitaties gekregen vanuit alle hoeken van de wereld”, begint Van der Spiegel over een geslaagde eerste editie in Benidorm. “Benidorm bewijst wat wij al een aantal jaar zeggen: dat je de cross uit de Vlaamse modder kan halen.”

Hoe hij het succes van die buitenlandse uitjes verklaart? “Mensen willen niet elke week hetzelfde zien”, legt hij uit. “Cross kan op verschillende soorten parkoers, ook op atypisch terrein zoals sneeuw in Val di Sole of gravel in Benidorm.”

Overaanbod

Of er niet te veel wereldbekerwedstrijden zijn? Volgens Van Den Spiegel is er net in Vlaanderen een overaanbod aan crossen. “Dat zag je het best in de kerstperiode. Tot dan liep de Wereldbeker goed, maar in de kerstperiode waren er te veel crossen. Dat is het grote pijnpunt van de cross.”

“Het wordt tijd dat iedereen die realiteit inziet en beseft dat er een overaanbod is. Drie verschillende klassementen, dat werkt gewoon niet. Maar wat zeker niet de bedoeling kan zijn, is dat er minder Wereldbekermanches komen en dat hun plaats dan ingenomen wordt door nog meer Vlaamse wedstrijden. Als we deze sport vooruit willen helpen, moeten we dingen durven veranderen”, aldus Tomas Van Den Spiegel.”