Op de Poggio had hij het vrij moeilijk toen Tadej Pogacar aanging. Dat gaatje wist hij nog te dichten, maar toen Mathieu van der Poel demarreerde had niemand meer een antwoord. Gaat dat in het hoofd zitten van de kopman van Jumbo-Visma? Trainingsmakker en crosser Daan Soete denkt van niet, vertelt hij in Het Nieuwsblad. “Sanremo was anders dan het WK veldrijden in Hoogerheide. Daar had je echt een tweestrijd en zaten ze in niveau dicht bij elkaar.”

In Italië was niet alleen Van der Poel iets beter, stelt Soete. “Nu was Wout niet de tweede beste man in koers. Ganna was ook beter bijvoorbeeld. Hij heeft niet louter verloren tegen Van der Poel. Ik denk dat hij zijn resultaat nu veel beter kan plaatsen.”

Vooral omdat Van Aert nog stappen gaat zetten qua niveau. Althans dat is de verwachting van zijn vriend. “Een top-Wout heeft een bepaalde manier van koersen. Op zijn beste dagen fietst hij met een focus en lijkt hij niet te ademen. Nu zag je dat Wout – en ook Ganna – à bloc zaten bij de versnelling van Pogacar. Dan heeft hij een zwoegende stijl, werkt hij met zijn hele lichaam.”

Mentaal sterk

Terwijl Van der Poel nog met overschot zat. Om te demarreren op de top van de Poggio, maar ook om op het vlakke nog seconden uit te lopen op zijn achtervolgers. “Wout kennende blijft dat niet hangen. Ik ken weinig renners die mentaal zo sterk zijn en zo makkelijk een knop omdraaien als hij.”

Sterker nog, de nederlaag in Milaan-Sanremo kan hem alleen maar verder helpen, denkt Soete. “De nederlaag nu gaat hem alleen motiveren om extra hard te werken. In dat opzicht zou Sanremo brandstof kunnen zijn waarmee hij de komende weken zijn voordeel doet in Vlaanderen.”