Interview | Mathieu Heijboer over hoogtestages: 'Vingegaard kan op hoogte dezelfde vermogens blijven ontwikkelen'

Veel wielrenners kennen de omgeving van de Teide waarschijnlijk beter dan hun eigen achtertuin. Jaarlijks vertoeven en trainer wielrenners heel wat op hoogte. Zonder hoogtestage(s) doe je eigenlijk niet meer mee. In onze Tourspecial spraken we met Jumbo-Visma's Head of Performance Mathieu Heijboer over het fenomeen hoogtestage.

Eerder was de hoogtestage nog alleen iets voor klassementsrenners, maar nu trekken ook de klassiekerspecialisten naar oorden boven de 2000 meter.

"Hoogtestages zijn absoluut noodzakelijk ter voorbereiding op een grote ronde, maar we zien de laatste jaren bij onze renners óók effect richting de klassiekers. Als we onze renners op topniveau willen krijgen, moeten we zo’n stage inplannen. Soms ten koste van koersen. Team Sky deed dat een aantal jaren geleden al met hun klassiekerrenners, maar toen pakte het minder goed uit. Maar ook in dat aspect was die ploeg de eerste."

Invulling van de hoogtestage

"Het trainingseffect wordt groter naarmate de hoogte stijgt, maar daar zit een bovengrens aan. De ideale hoogte voor ons is tussen de 1800 en 2500 meter. En dan het liefst richting de 2500 meter. Ga je nóg hoger dan is de vraag of je alle trainingen optimaal kunt uitvoeren."

"De invulling van trainingen is uiteraard individueel, maar het globale programma is gelijk. Iedereen kent hetzelfde ritme, heeft dezelfde rustdagen of voeren op dezelfde dagen een lange training uit. We geloven in de kracht van het samen doen. Met elkaar een lange duurtraining doen is effectiever dan wanneer iedereen het op zijn eigen tijd doet."

"De intervalvormen zijn afhankelijk van het fysiologische profiel van de renner, maar ook van hun rol. Een Nathan Van Hooydonck zal zich anders voorbereiden op de Tour de France dan op de klassiekers. Ieder jaar scherpen we onze formule aan, want dat het dit jaar zo goed uitpakte is niet van het ene op het andere moment gekomen. Daar is een opbouw van jaren aan voorafgegaan."

Geen hoogtestages meer voor Timo Roosen

Er zitten ook renners tussen bij Jumbo-Visma voor wie een hoogtestage een negatieve uitwerking heeft. Timo Roosen is zo’n iemand. “Timo ging een paar jaar geleden mee op hoogte, maar hij bleef moe. Hij kon amper trainen en voor hem bleek het geen goede omgeving om beter te worden."

"Waaraan dat ligt is moeilijk te zeggen, want er zijn veel factoren die een rol spelen. Je ademhaling wordt sneller, je hebt meer ademspierkracht nodig om zuurstof binnen te krijgen. Overal in je lichaam gebeurt iets en daarom is het niet eenvoudig om te achterhalen wat precies de reden was. Ja, een optimale hoogtestage is een flinke puzzel. Daarom proberen we hoogtestages al aan te bieden aan onze renners van de opleidingsploeg. Zij krijgen vaak een klap en hebben tijd nodig om eraan te wennen."

Op hoogte geboren en geval apart Vingegaard

Wie amper moeite heeft met de aanpassing is Sepp Kuss. De Amerikaan is geboren in Durango, Colorado. Gelegen op bijna tweeduizend meter hoogte. Kuss is gewend aan leven op hoogte en past zich op een hoogtestage dan ook razendsnel aan.

“Het is niet voor niets dat Sepp komt bovendrijven in bergetappes van boven de tweeduizend meter. Alleen is Denemarken zo plat als een dubbeltje en gaat Vingegaard ook makkelijk om met hoogte. Atleten die op zeeniveau geboren zijn, kunnen net zo goed die fysiologische kwaliteiten hebben. Jonas kan op hoogte dezelfde vermogens blijven ontwikkelen."

"Doordat het hele peloton een hoogtestage belegt voorafgaand aan een grote ronde zijn Sepp maar ook Colombianen hun voordeel enigszins kwijt. Alleen duurt een trainingseffect op hoogte niet eeuwig en hebben jongens uit Colombia dat effect langer. Ze hebben nog steeds een voordeel, maar in de grootste koersen is dat voordeel kleiner geworden", besluit Heijboer.