Interview | Mikel Landa: 'Puur qua vermogens ben ik beter dan in de Tour de France van 2017'

Voorafgaand aan de Tour de France sprak Wieler Revue uitgebreid met Landa, die er in Frankrijk echter geen moment aan te pas kwam. Landa behaalde niet zijn topniveau en eindigde uiteindelijk negentiende in de Tour France. De kopman van Bahrain-Victorious finishte in zijn loopbaan zeven keer in de top tien van een grote ronde. In zowel 2015 als 2022 stond hij op de laagste trede van het Giro d’Italia-podium, terwijl hij als knecht van Chris Froome als vierde werd afgevlagd in de Tour de France van 2017.

"Ik voelde me het sterkst tijdens de Giro d’Italia van 2015, Tour de France van 2017 en Giro d’Italia van 2019, maar in al die rondes was ik knecht. Ik ben inmiddels 33 jaar, maar zeker nog niet klaar met de wielersport. Ik ben nog minstens zo goed als in het verleden. Sterker nog, puur qua vermogens ben ik beter dan in de Tour de France van 2017. Alleen ook het niveau van de rest is flink verbeterd."

Iban Mayo

Landa is geboren en getogen in Murgia. Een klein dorpje ten noordoosten van Gasteiz en een kleine vijftig kilometer ten zuiden van hoofdstad Bilbao. Veel wielrenners zitten er niet in de familie Landa. “Nee, ik kom niet uit een grote wielerfamilie. Mijn oom fietste recreatief, maar hij is rond zijn dertigste gestopt. Tegenwoordig fietst mijn broer ook, maar ook puur als wielertoerist."

"Daardoor begon ik fietsen leuk te vinden en in mijn woonplaats is een wielerclub. Ik zag die jonge gasten vaak wielrennen en ik besloot om het eens te proberen. Ik hield meteen van de koers en maakte veel vrienden. Voordat ik ging wielrennen, heb ik nog gevoetbald en speelde ik Pelota Vasca. Dat laatste is een Baskisch balspel dat op kaatsen lijkt."

'Ik ben nog minstens zo goed als in het verleden'

Samen met onder anderen Bilbao en Ion Izagirre is Landa een voorbeeld voor de volgende generatie Baskische wielrenners. Net als dat zij opkeken tegen de klimmers van Euskaltel-Euskadi die begin deze eeuw prominent van voren reden tijdens de Tour de France. "Ik herinner me goed dat Haimar Zubeldia en Iban Mayo (de nummer vijf en zes in 2003, red.) goed presteerden en met Lance Armstrong streden om Touretappes. Het was een prachtig tijdperk voor het Baskische wielrennen."

"De Pyreneeën zijn dichtbij en fans houden ervan om naar de Tour de France te gaan. Toen ik zelf begon met wielrennen ging ik iedere zomer met teamgenoten naar de bergen om Mayo en Zubeldia aan te moedigen. Dan was het ’s morgens zelf fietsen en na de lunch klaarmaken voor de Tour de France."

 Student

In 2011 wordt Landa prof bij Euskaltel-Euskadi en deelt hij de bus met renners die hij tot dan toe als zijn idolen zag. Rijden voor de Baskische ploeg is een droom die uitkomt. "Het is lastig om te zeggen van wie ik het meest geleerd heb in de ploeg, maar Jorge Azanza was een teamgenoot die jonge renners goed begeleidde. Het gaat er tegenwoordig anders aan toe dan toen."

'Tot mijn vierde profjaar dacht ik niet na over het leven van een profrenner'

"Tot mijn vierde profjaar dacht ik niet na over het leven van een profrenner. Ik was nog student tijdens de eerste drie jaren van mijn loopbaan. Ik studeerde Architectuur op de universiteit, maar op een gegeven moment was het onmogelijk om het met wielrennen te blijven combineren. Ik ging betere resultaten boeken op de fiets en het was dan ook geen moeilijke beslissing om voor de wielersport te kiezen."