Armstrong en Bruyneel kritisch over 'ronderenner' Evenepoel: 'Hij mag geen slechte dag meer hebben'

Het was niet het resultaat waarvoor Remco Evenepoel naar de Vuelta was gekomen. De Belg deed lang mee in de strijd om de rode trui, maar in de 13de etappe naar de Tourmalet zakte hij er volledig doorheen. De off-day kostte Evenepoel een half uur en het klassement kon hij toen wel op zijn buik schrijven. ''Een slechte dag kun je je in een grote ronde niet permitteren'', zei Lance Armstrong kritisch in podcast THE MOVE.

Ambities in de Tour

Evenepoels tegenvallende twaalfde plek in het klassement doet niets af aan zijn Tour de France-ambities. De winnaar van de bergtrui gaf aan het eind van de Vuelta aan dat hij zich 'perfect wil voorbereiden' op de komende Tour, en gewoon weer voor het klassement wil gaan rijden in plaats van ritten kapen.

Dan mag er wel een ding niet meer gebeuren volgens Armstrong: je mag geen slechte dag hebben”, zei de Amerikaan. “We zagen het al eerder: mannen met een enorm potentieel die telkens die een slechte dag hebben. Een offday kan je je simpelweg niet veroorloven.”

“Bovendien heeft Evenepoel een heel land in zijn wiel. België verwacht dat hij de nieuwe Merckx wordt. Ik kan me inbeelden dat het niet makkelijk is voor hem”, vulde Armstrong aan.

Te vroeg voor conclusies

Zijn gesprekspartner Johan Bruyneel vindt het nog wat te vroeg om Evenepoel af te schrijven als ronderenner. ''Remco is een geweldige renner en we mogen niet vergeten dat hij vorig jaar de Vuelta won. Hij is nog altijd maar 23 jaar, en hij heeft al vijftig Worldtour koersen gewonnen. Dat alleen is al legendarisch. Dus het lijkt mij wat te vroeg om te zeggen dat hij geen echte ronderenner is”, aldus de ex-ploegleider.

Ondanks dat dit een tegenvallend resultaat is voor Evenepoel heeft Bruyneel veel bewondering voor hoe hij deze Vuelta reed.

“Hij heeft er na zijn slechte dag toch het beste van gemaakt. Hij won nog twee ritten en zelfs op de slotdag deed hij nog mee voor de overwinning. Dat is ongelooflijk, zeker als je weet dat hij ook de bergtrui en de prijs voor de strijdlust won. Enkel op de Angliru had ik hem de rit anders willen zien aanpakken. Daar had hij niet mogen aanvallen, maar wel bij de klassementsrenners moeten blijven. Dan had hij nog eens kunnen tonen waartoe hij in staat is.”