Ieder uur meer suiker dan in een liter cola zit: wielertrainer legt uit hoe belangrijk koolhydraatopname is in huidige wielrennen

Sinds enige tijd is er een nieuwe dimensie aan wielrennen toegevoegd: wie is de koolhydraatkampioen. Een trainer van Soudal Quick-Step en voedingsdeskundige van INEOS leggen uit.

Vuelta a Andalucia Ruta Ciclista Del Sol 2019 stage-2

Het wielrennen heeft de afgelopen jaren enorme sprongen gemaakt op het gebied van voeding. Jumbo-Visma liep daarbij voorop met hun foodcoach-app, waarbij het eten na de koers op individuele energiebehoefte wordt afgewogen op basis van de gereden wattages (en dus de daaruit voortvloeiende kilojoules en kilocalorieën).

Maar buiten het 'hersteleten' is energie-opname ín de koers ook steeds belangrijker geworden. Het is niet meer zomaar een reep of gelletje innemen als de renner in kwestie denkt dat het daar tijd voor is. Eten en drinken tijdens de koers is wetenschap, en training.

Maximale koolhydraatopname

Voorheen was het idee altijd dat de maximale koolhydraatopname maximaal 60 tot 90 gram per uur was (let wel: koolhydraten zijn wat anders dan kilocalorieën). Maar de afgelopen jaren is men er achtergekomen dat het trainbaar is.

90 gram koolhydraten per uur is al heel veel. Dat is meer koolhydraten/suikers dan in een liter cola zit. En dat dus elk uur in koersen die soms wel zes uur duren. De gewone sterveling zou zich te misselijk voelen om nog een trap te kunnen verzetten.

Dat soort maag-en darmklachten is ook waar veel toerfietsers mee te kampen krijgen als ze zich tijdens hun doel als een Alpe d'Huzes of Marmotte ineens aan de gelletjes etc. wagen - en zij halen dan de 90 gram koolhydraten niet eens, in het gemiddelde gelletje zit 20 gram.

Verschil tussen winst en verlies

Sommige profs, Mathieu van der Poel zei al eens dat hij het kan, kunnen wel 120 gram koolhydraten per uur aan. En doordat daardoor het energieniveau (het glycogeen) op peil blijft, kunnen ze na vijf a zes uur koersen nog sterk voor de dag komen. Het is (hopelijk) de reden waarom het de laatste tijd zo hard gaat in het peloton.

Vasilis Anastopoulos, trainer bij Soudal-QuickStep (volgend jaar Astana) zegt er tegen Velo het volgende over: "Veel renners gaan specifiek trainen op koolhydraatopname. Ze rijden dan met een specifiek innameplan. Je miet echt je ingewanden trainen op die hoeveelheden koolhydraten. Het wordt bijna even belangrijk als wattages en is nu een van de belangrijkste factoren tussen winst en verlies."

Tekst gaat verder onder de advertentie

Koolhydraatverhouding

INEOS Grenadiers-voedingsdeskundige Aitor Viribay Morales zegt dat de maximalisatie van de koolhydraatopname alleen mogelijk is door nieuwe producten die de afgelopen tijd op de markt zijn gekomen. Daarin is de verhouding van de koolhydraten ten opzichte van water geoptimaliseerd. Vroeger hield het met 20 of 30 gram per bidon sportdrank wel op. Nu is dat veel meer, ook in gelletjes.

"Dat betekent dus dat sommige renners wel 120 of 140 gram op kunnen nemen per uur. Dat was eerder echt niet mogelijk. Dat betekende dat je wel vijf of zes gelletjes per uur moest nemen, met alle gevolgen voor je darmen. Die nieuwe producten opent voor veel meer renners de kans om die 120 of 140 gram per uur te kunne halen", aldus Viribay Morales.

Achtergrond
  • photo Luis Gomez/Cor Vos © 2019