Column Rik Vanwalleghem | Koerskijkende vrouwen, van 'de moederkoekkijkster' tot 'die mag mijn huis niet binnen!'

Onze columnist Rik Vanwalleghem begeeft zich op glad ijs en analyseert met de nodige humor de koerskijkende vrouw in het nieuwste magazine...

In onderhavig nummer van dit gerespecteerde wielermagazine gaat het over koersende vrouwen. Daar wil ik het niet over hebben. Wel over hoe vrouwen de koers beleven. Hoe kijken zij naar koers? En kijken ze dan anders dan mannen?

Moederkoekkijkster

Laat me beginnen bij mijn schoonmoeder zaliger. Ze wist niks van wielrennen af, kende het verschil niet tussen het voor- en het achterwiel van een fiets. Maar met de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en de Tour was ze om een of andere diepmenselijke reden niet weg te slaan uit haar gebloemde sofa in de tv-kamer.

Zij was, wellicht ook omdat ze twaalf kinderen op de wereld had gezet, een moederkoekkijkster. Ze maakte zich voortdurend zorgen over die arme coureurs die aan vreselijke weersomstandigheden werden blootgesteld, met honderd kilometer per uur van een col doken of het noodlot tartten in een massaspurt. Dan wendde ze in placenta-gedreven angst soms de blik af van het scherm.

Vrouw en dochters

Oordelend over de manier waarop mijn vrouw en dochters de koers ervaren, valt me op hoe onverbiddelijk vrouwen zijn in het oordeel over een renner. Niet meteen het oordeel over zijn prestaties of manier van koersen, maar over welke indruk hij nalaat als mens. Dan zijn er geen compromissen of nuances mogelijk.

Een vrouw heeft het helemaal voor een coureur. Of helemaal niet. Wat geïllustreerd wordt met uitspraken als: “Met die wil ik wel een koffie gaan drinken” of “Die mag mijn huis niet binnen!”

Opvallend is ook hoe vrouwen een tv-wielernamiddag beleven in de huiskamer. De koerssedentaire man is dan in de regel niet weg te slaan van het scherm (tenzij om vlug een biertje te gaan plukken uit de koelkast, en om naderhand vlug een onvermijdelijke plas te gaan doen).

Vrouwen daarentegen proberen in de eerste plaats de gezelligheid op te krikken door het voortdurend aanslepen van drankjes, taartjes, tapas, hapjes, amuse-gueules en wat dies meer zij. Zoals een van mijn dochters het uitdrukte: ‘Kijken naar koers is voor mij een excuus om bij mijn familie te zijn, iets te eten en te drinken, en desgevallend een dutje te doen.”

Tekst gaat verder onder de advertentie

Onnozelaars!

In tegenstelling tot de mannen bezondigen vrouwen, verstandig zoals ze zijn, zich slechts uitzonderlijk aan koersanalyse en wild gepronostikeer. Eerder wijzen ze tijdens de tv-verslaggeving op de culinaire en landschappelijke merites van een streek waar doorheen wordt gefietst.

Of op het kinderachtige gedrag van zogenaamde (haast steeds mannelijke) wielersupporters die zich interessant denken te maken door op de flanken van een col onnozele kledij te etaleren, met vlaggen of wimpels te zwaaien of, ergst van al, naast een aamborstige coureur naar boven te lopen, tot tegen het hartinfarct aan. “Onnozelaars”, roept mijn vrouw dan telkens. En ik kan ze dan, tegen mijn gewoonte in, geen ongelijk geven.

Zo! Nu nog vlug dit stukje over vrouwen nalezen op zijn (of haar?) woke-niveau. Want voor je het weet heb je het, zoals vroeger nog ongestraft kon, over ‘het zwakke geslacht’. Wat mij de banbliksems zou opleveren van mijn wederhelft, die me ooit trakteerde op de uitspraak: “Een vrouw die de gelijke wil zijn van een man, heeft gebrek aan ambitie.”

Best twee keer nalezen, denk ik.

Columns
  • Beeld: Marco Mertens