Adam Yates over verschillen met kopman Pogacar: 'Als hij aanvalt, sprint hij gewoon twee volle minuten' 

UAE Team Emirates heerst in de Ronde van Zwitserland. Gisteren kwamen Adam Yates en Joao Almeida gebroederlijk over e streep in de voorlaatste etappe van 'de vierde grote ronde'. Vandaag gaan ze in de tijdrit samen uitmaken wie van hun tweeën de eindzege pakt, want de concurrentie van de andere ploegen staat mijlenver achter.

Explosiviteit

Toch is de grote man van de ploeg er nog niet eens bij in Zwitserland. Tadej Pogacar nam na zijn. Giro-winst even rust en traint inmiddels hard op hoogte in en rond ski-oord Isola 2000. In de Tour kan hij straks rekenen op een droomploeg. Voor onze Tourspecial (hier online verkrijgbaar!) spraken we al zijn ploeggenoten.

Daaronder dus ook Yates. Hieronder lees je een fragment uit het vraaggesprek dat we met hem hadden.

Kun je renners als Pogacar en Vingegaard nog bedreigen?

"Ik moet gewoon tevreden zijn met een derde plek in de Tour achter renners als Pogacar en Vingegaard. Misschien dat ik met die vorm een Giro had kunnen winnen. Wellicht dat dat in de toekomst nog een keer gebeurt, maar dat is natuurlijk moeilijk te zeggen. Ik word er ook niet jonger op en misschien willen ze bij UAE wel een jongen als Ayuso de kans geven om kopman te zijn. Het is in elk geval geen obsessie voor me om een grote ronde te winnen."

Waar zit het grote verschil tussen jou en Pogacar?

“In het klimmen zitten we niet ver van elkaar verwijderd. Maar ik merkte in de Tour dat Tadej gewoon veel explosiever is dan ik. Als hij aanvalt, sprint hij gewoon twee volle minuten. Dat kan ik niet aan. En naarmate je ouder wordt, word je explosiviteit er ook niet beter op. En Vingegaard heeft diezelfde aanzet. Het is een enorm wapen.”

Verschil met nu en vroeger

Heb je nog dromen om kopman te zijn?

"Ik zal nooit kopman zijn in de Tour met een renner als Tadej in de gelederen. Hij is verreweg de beste renner ter wereld. Het is nog niet lang geleden dat renners piekten tussen 28 en 32 jaar en het is pas vrij recent dat de jonge renners compleet domineren. Die jongens zijn al zo goed wanneer ze beroepsrenner worden."

"Toen ik professional werd was de situatie heel anders. Ik wist nog weinig van voeding en training en ik had ook nog geen hoogtestages gedaan. Daarom maak ik nu ook nog steeds progressie. Ik word beter op de traditionele manier. Ik hoop dit jaar weer net iets beter te zijn dan vorig jaar.”