André van den Ende

Column | Tadej Pogacar, de Mark Rutte van het wielrennen

Het doet onze redacteur pijn om het constateteren, maar hij ziet een belangrijke overeenkomst tussen oud-premier Mark Rutte en Tadej Pogacar. 

André van den Ende

We hebben al een poosje een nieuwe, maar in mijn hoofd is Mark Rutte nog steeds premier. Veertien jaar lang zat hij in het Torentje, vanaf 2010. Thor Hushovd werd wereldkampioen, Alberto Contador won de Tour de France en Tadej Pogacar was elf jaar oud.

Tadej Pogacar met een jasje en een dasje

Mark Rutte is in mijn hoofd nog steeds premier zoals Mart Smeets en Michel Wuyts ook nog steeds een beetje wielercommentator zijn. Allebei zijn ze al geruime tijd niet meer te horen bij wielrenners die door een landschap meanderen, maar ze waren het zó lang dat m'n hersens het niet aankunnen. Ze zitten nog in de verhuisdoos waar met benzinestift 'wielercommentatoren' opstaat.

Wat in het geval van Mark Rutte niet helpt, is dat hij dankzij een documentaire die vanaf vandaag op Videoland te zien is nog steeds in het middelpunt van de aandacht staat. Ik zag de trailer, waarin hij uiteraard lachte en joviaal was, en opeens besefte ik het: dit is Tadej Pogacar, maar dan met jasje en dasje in plaats van een snelpak aan.

Dubieuze rol UAE

Het was geen fijn besef, want ik zou mezelf niet direct een fan van Mark Rutte noemen, terwijl ik Tadej Pogacar - hoewel ik natuurlijk superobjectief ben! - wél een warm hart toedraag. Toch sta ik nog wel steeds achter de constatering dat Tadej Pogacar de Mark Rutte van het wielrennen is - of Mark Rutte de Tadej Pogacar van de politiek, dat kan natuurlijk ook.

En dat zit 'm precies in het feit dát ik Tadej Pogacar een warm hart toedraag. Rutte wordt namelijk ook wel 'Teflon Mark' genoemd, omdat alles van 'm afglijdt. Over die gave beschikt Tadej Pogacar ook. Nu wil ik Pogi's z'n handel en wandel niet direct vergelijken met toeslagenschandalen, een zeer twijfelachtig geheugen en een provincie jarenlang bevend in z'n sop gaar laten koken. Maar toch.

Maar toch rijdt Pogacar al jaren met de naam van een land op de borst dat een mooi voorbeeld is van 'sportwashing'. De Verenigde Arabische Emiraten hebben een regime van sjeiks en emirs dat mensenrechten niet bepaald op de eerste plek heeft staan - homoseksualiteit is er strafbaar en de positie van minderheden en vrouwen achtergesteld. Bovendien spelen de Verenigde Arabische Emiraten een zeer dubieuze rol in de burgeroorlogen in Jemen en Soedan. Hij wordt er nooit naar gevraagd.

Dubieze Mauro Gianetti

De leiding van de wielerploeg die door dat regime wordt gesponsord is op een andere schaal al net zo omstreden. Het beste voorbeeld daarvan is Mauro Gianetti. Dat hij zelf tijdens z'n actieve carrière tjokvol doping zat, is nog tot daaraantoe - er zijn er meer in ploegleidersland.

Veel stuitender is dat de Zwitser na zijn actieve carrière de scepter zwaaide bij Saunier-Duval, met types als Juan José Cobo en Riccardo Ricco zo ongeveer de meest dubieuze wielerploeg van deze eeuw. Ook Matxin Joxean Fernandez, de andere grote man bij UEA, was er werkzaam. Tadej Pogacar wordt er nooit naar gevraagd.

Hij lacht, hij zwaait, maakt vrolijke grapjes, rijdt eens ergens langs op een eenwieler, valt aan en iedereen is dat shirt van hem met alles wat erbij hoort vergeten - ikzelf incluis. Er zit een laagje teflon op. Zie hier, de Mark Rutte van het wielrennen.

Columns
  • Cor Vos