Voorbeschouwing: Parijs-Roubaix 2019

Noord-Frankrijk is over het algemeen een kil, troosteloos deel van l'Hexagone. De wegen zijn er van dito kwaliteit. Toch leveren die godvergeten kasseienpaadjes al meer dan honderd jaar een prachtige koers op: Parijs-Roubaix, de Hel van het Noorden.

Paris Roubaix

Terwijl we in de rest van de wereld het liefst ieder oneffen stukje weg asfalteren, ligt Noord-Frankrijk nog bezaaid met smalle, stenen paadjes. Eigenlijk hadden deze kasseienstroken ook al lang plaats moeten maken voor teer, maar vanwege de unieke status van Parijs-Roubaix, ziet de Noord-Franse infrastructuur er nog altijd uit alsof er honderd jaar lang niemand naar omgekeken heeft. Maar wat deert het? De secteurs pavés worden vaak maar eens per jaar bereden. Inderdaad, tijdens die bewuste zondagmiddag wanneer tweehonderd dappere coureurs de Hel van het Noorden betreden. 

Historie

Parijs-Roubaix is een van de oudste wielerklassiekers van het jaar. De allereerste editie werd al in 1896 verreden en sindsdien keerde de wedstrijd vrijwel ieder jaar terug op de koerskalender. Alleen tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog waren de wegen tussen Parijs en Roubaix in dusdanige erbarmelijke staat, dat het zelfs voor een kasseienkoers onverantwoord werd. 

Tegen het einde van de negentiende eeuw werd het industriestadje Roubaix begiftigd met een wielerbaan. Twee textielfabrikanten waren onder de indruk van de vélodrome en besloten dat er een wielerkoers moest gaan plaatsvinden. Niet zomaar een paar rondjes over de baan, maar een heroïsche wedstrijd van hoofdstad Parijs naar hun thuisstad Roubaix: 280 kilometer. Op zoek naar een goede organisator besloten de twee fabrikanten de sportkrant Le Vélo te schrijven. Het dagblad ging akkoord met het voorstel en zodoende vertrokken 51 dappere coureurs op paaszondag 19 april 1896 voor een lange dag door het Noord-Franse land. 

Het werd direct een memorabele ouverture voor Parijs-Roubaix. Zo viel Engelsman Arthur Linton liefst zes keer, waarvan een keer door een aanrijding met een hond. Uiteindelijk kon de Brit toch nog als vierde finishen, zij het met een achterstand van drie kwartier op winnaar Josef Fischer. De Duitser kwam met een gezicht vol zand, modder en bloed aan op de vélodrome, maar mocht zich tot 2015 wel de enige Duitse winnaar van Parijs-Roubaix noemen. 

Onder de deelnemers van de eerste editie was ook Maurice Garin. De Fransman eindigde als nummer 3 en was erop gebrand de tweede episode naar zijn hand te zetten. Dat lukte. Garin was met de Nederlander Mathieu Cordang al vroeg in de koers weggereden. Ze maakten elkaar het leven zuur, maar geen van beiden wist te ontsnappen. Op de wielerbaan in Roubaix bleek Garin uiteindelijk de sterkste te zijn. Ook het jaar daarop was de latere Tourwinnaar de beste. 

Kasseien kende nog niemand in die tijd. De wegen waarover de deelnemers reden, waren vooral zand- of grindpaden. Pas na de Eerste Wereldoorlog, die Noord-Frankrijk overhoop gooide, werden de wegen geplaveid met kinderkoppen. Veel moeite staken de stratenmakers er echter niet in, want de stenen lagen schots en scheef, soms met diepe gaten of graspollen ertussen. Henri Pélissier, de winnaar van de eerste kasseieneditie van Parijs-Roubaix, was zo onder de indruk van de kasseienstroken, dat ie sprak van l’Enfer du Nord: de Hel van het Noorden. 

De Belgen waren wel te vinden voor een potje kasseienrijden. Ze kwamen massaal af op de Noord-Franse wielerkoers en niet zonder succes. Tijdens het Interbellum ging de winst maar liefst vijftien keer naar een Belg. Na de Tweede Wereldoorlog gingen onze zuiderburen nonchalant door met winnen: inmiddels legendarische renners als Rik van Steenbergen, Rik van Looy, Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck kwamen als eerste over de finish.

Hennie Kuiper in 1983

In 1964 mochten ‘wij’ ook voor het eerst juichen in de Hel van het Noorden. Peter Post reed met een noodvaart door Noord-Frankrijk en met een gemiddelde snelheid van meer dan 45 km/u zette de Amsterdammer meteen een temporecord in Parijs-Roubaix, dat pas twee jaar geleden door Greg Van Avermaet werd verbroken. Jan Janssen won drie jaar later en in de jaren ‘80 mochten ook Jan Raas en Hennie Kuiper zegevieren. In deze eeuw wisten ook Servais Knaven (2001) en Niki Terpstra (2014) te winnen. 

1983: Hennie Kuiper lek: ‘Oh, oh, oh!’

Bij Nederlands succes in Parijs-Roubaix schieten onze gedachten altijd naar Hennie Kuiper. De Twentenaar kon zich handhaven in een elitegroepje, dat onder leiding van drievoudig winnaar Francesco Moser was weggereden in het Bos van Wallers. Dat Kuiper die dag al twee keer gevallen was, deerde niet. Hij moest en zou laten zien dat hij niet alleen in de bergen, maar ook in het klassiekerwerk tot de wereldtop behoorde. 

Kuiper kon het echter niet op de sprint wagen, want Moser was overduidelijk de rapste man van de groep. Dus besloot Kuipertje te demarreren. Niemand zette de achtervolging in; Moser was immers aan zet om het gat dicht te rijden. Hennie Kuipers voorsprong werd alsmaar groter en niemand leek hem nog in te kunnen halen. 

Maar op de strook tussen Willems en Hem ging het mis. Kuiper moest plots uitwijken voor een toeschouwer, klapte op een kassei en reed lek. In totale paniek kon een mecanicien hem nog net een nieuw wiel toereiken. Na twintig seconden was Kuiper weer onderweg en ondanks het euvel lukte het hem om de achtervolging achter zich te houden. Hennie Kuiper pakte op die manier de meest memorabele overwinning uit zijn carrière. 

Laatste tien winnaars:

  • 2009: Tom Boonen
  • 2010: Fabian Cancellara
  • 2011: Johan Vansummeren
  • 2012: Tom Boonen
  • 2013: Fabian Cancellara
  • 2014: Niki Terpstra
  • 2015: John Degenkolb
  • 2016: Mathew Hayman
  • 2017: Greg Van Avermaet
  • 2018: Peter Sagan

     

Parkoers

Hoewel Parijs-Roubaix geheten, starten de renners sinds 1968 in Compiègne. Vanuit dit stadje rijdt het peloton over glooiend terrein, via Noyon en Saint-Quentin, naar Troisvilles, waar de eerste van 29 kasseienstroken gepland staat. Via de kasseien van Biastre, Viesly, Quiévy en Saint-Python bereiken de coureurs de eerste bevoorradingszone.

Nog eens vijf secteurs pavés verder komt het peloton aan in Arenberg. Hier werkte Jean Stablinski jarenlang in een kolenmijn en hij kende de streek als geen ander. In 1968 wees de Ronde van Spanje-winnaar de organisatie op een kasseienpaadje door het bos van Wallers-Arenberg. Dat kasseienpaadje kennen we nu allemaal als Trouée d’Arenberg, de meest legendarische van alle kasseienstroken in Parijs-Roubaix. Omdat het na het Bos nog ruim negentig kilometer tot de streep is, gebeurt hier koersgewijs zelden iets van spektakel. 

Direct na de Trouée d’Arenberg volgt de strook tussen Wallers en Hélèsmes, beter bekend als Pont Gibus, genoemd naar kasseienvreter Gilbert Duclos-Lasalle. De daaropvolgende veertig kilometers liggen eveneens bezaaid met kasseienstroken, maar die zijn allen niets vergeleken met de helleweg die na het passeren van de 200 kilometer-markering volgt: Mons-en-Pévèle. Niet alleen is de strook lang, ook is hij amper vlak en liggen de kasseien er bijzonder slecht bij. George Hincapie vloog er over de kop en Peter Sagan ontweek er op spectaculaire wijze Fabian Cancellara. Om de renners toch tegemoet te komen en om ervoor te zorgen dat de strook weer wat jaren mee kan, is de Pavé de la Croix Rouge - zoals de weg officieel heet - de afgelopen maanden gerestaureerd.

Donderdag verkenden enkele Jumbo-Visma-coureurs al de kasseien

Na Mons-en-Pévèle volgen er nog tien stroken, waarvan de Carrefour de l’Arbre beduidend de zwaarste is. De gevaarlijke bochten in de weg maken het er allemaal niet gemakkelijker op. Na de Carrefour is het nog vijftien kilometer tot de vélodrome van Roubaix. De renners krijgen dan nog twee kasseienstroken voor de kiezen. Op 500 meter van de streep betreden de renners de wielerbaan, waar een allesbeslissende sprint uitmaakt wie Parijs-Roubaix 2019 wint. Of wordt het toch een solist?

De scherprechters:

26: Quiévy (km 111,5 – 3,7 km) **** 

20: Haveluy (km 153,5 – 2,5 km) ****

19: Trouée d’Arenberg (km 162 – 2,3 km) *****

17: Wandignies (km 174,5 – 3,7 km) ****

15: Sars-et-Rosières (km 185,5 – 2,4 km) ****

12: Bersée (km 203 – 2,7 km) ****

11: Mons-en-Pévèle (km 208,5 – 3 km) *****

5: Camphin-en-Pévèle (km 237,5 – 1,8 km) ****

4: Carrefour de l’Arbre (km 240 – 2,1 km) *****

3: Gruson (km 242,5 – 1,1 km) **

2: Hem (km 249 – 1,4 km) ***

 

Favorieten

Parijs-Roubaix is zo’n koers waarin er zomaar een verrassende winnaar uit de bus kan komen. Kijk maar naar 2016, toen ‘ene’ Mathew Hayman de grote Tom Boonen versloeg in diens laatste jaar als profrenner. Hayman is er niet meer bij en een eventuele overblijver uit de vlucht selecteren is onmogelijk, dus wenden we onze blik naar de crème de la crème van de kasseienvreters.

Greg Van Avermaet is een kasseienspecialist pur sang. De Vlaamse Olympisch Kampioen weet hoe het is op Parijs-Roubaix te winnen. In huize Van Avermaet pronkt sinds 2017 de kasseientrofee op de schouw. Gouden Greg heeft dit jaar echter nog maar één overwinning gepakt en die dateert alweer van februari. In het Vlaamse voorjaar was hij eveneens nog niet echt overtuigend, maar Van Avermaet geeft niet snel op en gezien zijn kwaliteiten is hij topfavoriet voor de winst in Roubaix.

Er zijn echter kapers op de kust. Wout van Aert bijvoorbeeld. In de zes koersen die hij dit jaar gereden heeft bouwde hij een indrukwekkend uitslagenlijstje op. Een overwinning ontbreekt echter nog. In tegenstelling tot zijn veldritcollega Mathieu van der Poel start Van Aert ook in Parijs-Roubaix en reken maar dat ie hoog gaat eindigen. 

John Degenkolb was maar wát blij met zijn overwinning in de negende etappe van de Tour vorig jaar. Die ging vanuit Arras over de kasseien van de Hel naar Roubaix. In 2015 was de Duitse krachtpatser ook al de sterkste in Parijs-Roubaix. Je kunt dus wel stellen dat l’Enfer du Nord echt John’s koers is. Een tweede overwinning zou niet misstaan. 

Dan de winnaar van vorig jaar. Peter Sagan rekende op de wielerbaan pas af met Sylvan Dillier, maar het was wel een prachtige overwinning voor de Slowaak. Inmiddels is Sagan wereldkampioen-af en heeft hij in het voorjaar nog niet zoveel teweeg gebracht. Kan hij daar in Noord-Frankrijk verandering in brengen? Je weet het nooit bij Peter de Grote. 

Een andere renner van het Sagan-type is Alexander Kristoff. De Noor leek zijn beste jaren gehad te hebben, maar ineens was ie daar weer, twee weken geleden. Kristoff won Gent-Wevelgem en werd een week later knap derde in de Ronde van Vlaanderen. Op de kasseien kan hij met de besten mee en in de sprint is hij sowieso lastig de kloppen. Een eerste P-R-overwinning voor Alexander Kristoff? Het zou zomaar kunnen!

Andere gegadigden voor de winst in Parijs-Roubaix? Let maar op Zdenek Stybar, Oliver Naesen, Tiesj Benoot en onze eigen Sebastian Langeveld en Dylan van Baarle

Favorieten volgens Wieler Revue:

***** Greg Van Avermaet

**** Wout van Aert, John Degenkolb

*** Alexander Kristoff, Zdenek Stybar, Peter Sagan

** Oliver Naesen, Sebastian Langeveld, Tiesj Benoot, Ian Stannard

* Jens Keukeleire, Arnaud Démare, Dylan van Baarle, Philippe Gilbert, Matteo Trentin, Nils Politt, Jasper Stuyven, Marc Sarreau