De Nederlanders: Groenewegen niet te stoppen in de massasprint

• Dylan Groenewegen

Dylan Groenewegen (winnaar): "Het was een snelle finale met veel bochten. Mijn positie was goed en ik zag Fernando Gaviria en André Greipel stevig vechten. Toen ik de finish zag, wist ik: dit is het moment. Dit was een pittige slotfase. Maar die hebben we eigenlijk elke dag wel in de Tour de France. Ik ben erg trots op het team en nu gaan we vooruitkijken. Morgen wordt het een lastige dag met de kasseien, we gaan zien hoe het verdergaat. Maar de benen worden steeds beter."

Marco Minaard (Een van de twee vroege vluchters): Marco Minnaard kleurde samen met Fabien Grellier de dag. De klimmer van Wanty Groupe-Gobert kijkt terug op een leuke dag, zo vertelde hij tegen WielerFlits. "Het was natuurlijk zwaar, maar er stond veel publiek aan de kant van de weg."

Het was niet per se de bedoeling dat Minnaard vandaag in de vlucht van de dag zou gaan. "Het was echt een opwelling. Ik zag Laurens ten Dam gaan en ik ben erachteraan gegaan. Er was in het begin niemand die wegsprong. Toen hadden we het er met de ploeg ook wel over: wat gaan we doen? We wilden er toch een leuke koers van maken en ons laten zien. Dat heb ik proberen te doen. Ik baalde er wel van dat Laurens zich liet uitzakken, want met drie is natuurlijk altijd beter dan met twee, maar Laurens zei dat hij niet mocht mee rijden."

Antwan Tolhoek (reed heel de dag op kop van het peloton voor Groenewegen): Antwan Tolhoek leverde uitstekend werk vandaag voor Dylan Groenewegen door de kopgroep binnen schootsafstand te houden. De jonge Zeeuw geniet van zijn debuut in de Tour de France. "Ik heb hard gewerkt vandaag, het was een zware dag", was zijn eerste reactie bij de NOS. "Dit hebben nog niet veel jongens meegemaakt bij hun Tourdebuut. Dat Dylan met zoveel overmacht wint, is supergaaf."

Tolhoek reed als klimmer tussen beulen als Tim Declercq op kop van het peloton. "Dat heb ik wel vaker gedaan. Alleen toen klom ik nog niet zo goed als nu. Ik merk wel dat als we omhoog gaan ik moet inhouden en dat als we afdalen dat ik veel harder moet trappen dan die andere jongens. Als we naar beneden gingen, dan deed ik een korte beurt en moesten die andere jongens lachen. Bergop deed ik weer net iets meer, zo werkt het gewoon."