Vorig jaar op deze dag werd een van de meest bizarre koersen ooit gereden: de olympische wegwedstrijd voor vrouwen. In Rio de Janeiro maakte het kwartet Ellen van Dijk, Marianne Vos, Annemiek van Vleuten en Anna van der Breggen er een wedstrijd van om nooit meer te vergeten.
Het is een van de charmes van wielrennen, maar het kan ook een van de mindere kanten zijn van de sport: een koers kan er binnen een paar tellen compleet anders uitzien. De val van Van Vleuten staat bij elke wielerliefhebber op zijn netvlies, net zoals iedereen hoogstwaarschijnlijk nog weet hoe hij of zij reageerde. De laatste kilometers volgde iedereen de koers met in het achterhoofd de vraag hoe het zou zijn met de renster van Orica-AIS.
Dat terwijl de wedstrijd nog allerminst beslist was. De Amerikaanse Mara Abbott had de beste papieren om op de Copacabana goud te pakken, maar het lichtgewicht werd net voor het einde teruggepakt en viel daardoor zelfs van het podium. Een drama van een andere orde dan die van Van Vleuten, maar ook deze was hartbrekend. Het stelde Van der Breggen wel in staat om naar het absolute eremetaal te sprinten. Een gouden plak ook van het hele Nederlandse team, en nog net iets meer van Van Vleuten.
Foto: Cor Vos