Column: een koers duurt 200 kilometer en aan het eind wint een Duitser

Matthijs Klerkx over Marcel Kittel.

Column: een koers duurt 200 kilometer en aan het eind wint een Duitser

Dat hij ging winnen, wisten we al.

Iedereen schreef het op. Potlood of pen, maar Marcel Kittel wint. Ook in Vittel won hij namelijk, ware het niet dat een valpartij hem uitschakelde. Maar toch: Kittel won in Vittel. Al was het maar omdat het lekker bekt.

In Troyes niet anders. 15 sprinters - Sonny Colbrelli werd gehinderd en ik heb er vast nog wel eentje gemist - stormden op de streep af. Alle sprinters wisten het: Kittel wint. Ze gingen schouder aan schouder, door de kleinste gaatjes die er eigenlijk niet waren, ze waren met de zege bezig.

Kittel? Die was zijn haren nog aan het gellen. Kam erdoor. Spiegeltje. Nee, plukje verkeerd. Haren wassen, gellen, kam er nog eens door. Goed. De fiets op. Peloton inhalen. Bidonnetje erin, broodje halen bij de bakker. Bordje van de 250 meter en gaan.

Afgetekend.

De oude Kittel, van de tijden van Skil-Shimano, is terug. Hij, die 10 per uur harder sprint dan de rest. Blond haar, blauwe ogen, 1 meter 88 en 82 kilogram: ironisch genoeg precies wat die gek in de 20ste eeuw voor ogen had. 

Maar Kittel is meer. Stijlvol, op en naast de fiets. Een glamourboy die zelfs gewoon Nederlands spreekt, dat leert zijn Twentse vriendin Tess von Piekartz hem. Kittel is de mooiste sprinter sinds Cipollini en Petacchi. 

De rest? Die zien lijdzaam toe. Zonder tactisch vermogen, allen laten ze zich naar de slachtbank lijden. Alsof niemand wil winnen. De 200 meter van Kittel zijn mooi, maar de rest van de etappe is doodsaai. 

Gisteren duurde een koers 216 kilometer lang en won aan het einde een Duitser. Vandaag duurt de koers 213 kilometer lang.

En aan het einde wint een Duitser.