Wie de deelnemerslijst van de olympische tijdrit bij de mannen bekijkt, fronst de wenkbrauwen toch een beetje - althans, dat hadden wij wel. Want er prijkt maar één Nederlandse naam op, terwijl toch wat mindere wielerlanden als Portugal en de Verenigde Staten twee deelnemers afvaardigen. Slovenië, het land van Roglic en Pogacar, moet het dan weer met één startbewijs doen.
Reden voor ons om eens in de reglementen van de UCI aangaande de sgartbewijzen voor de olympische tijdrit te duiken. Uit de memo die daarover online staat, wordt het volgende duidelijk:
- Alle landen in de top 30 van de UCI-ranking krijgen tenminste één startbewijs voor de olympische tijdrit (daar hoort Nederland uiteraard bij en op basis daarvan staat Tom Dumoulin dus aan de start).
- Daarnaast hebben de eerste 10 landen van het WK 2019 recht op een tweede startbewijs. Nederland eindigde daar met Dylan van Baarle en Jos van Emden respectievelijk als 15e en 21e. Portugal had er met Nelson Oliveira een man in de top 10 en heeft zodoende recht op twee plekken.
Hieronder zie je de top 10 van het WK tijdrijden in Yorkshire. Deze landen mogen twee tijdrijders afvaardigen, mits ze in oktober 2019 ook bij de beste 30 landen op de UCI-ranking stonden. In het geval van Estland was dat bijvoorbeeld dan weer niet het geval en daardoor start alleen Tanel Kangert in Tokio.
Tom Dumoulin start dus morgen als enige Nederlander in de tijdrit. Hij gaat in de laatste startgroep van start en begint om 8.56 uur Nederlandse tijd aan zijn olympische missie. De starttijden van de vrouwen (wekker zetten!) vind je hierrrr.
- Cor Vos