De voorgeschiedenis is bekend. Tom Dumoulin was er open over: hij vond fietsen niet meer leuk. Zat met zichzelf in de knoop. Als donderslag bij heldere hemel werd het bekend op 23 januari van dit jaar: een break. Weg met de fiets. Wandelen met de hond ervoor in de plaats - en dakpannen leggen op het huis van vriend Bram Tankink. Mijn Dumoulin-hart huilde.
Maar hoe anders was dat iets meer dan een half jaar later. Op 28 juli zat Dumoulin weer op z'n vertrouwde tijdritfiets en zat ik iets meer dan een uur lang op de bank met een hart dat weer volop tekeerging in plaats van huilde. Direct nadat Dumoulin het zilver veroverde schreef ik er onderstaande column over.
Als ik mijn eigen tekst teruglees (ik ben niet vies van een portie zelfbevlekking), komt het gevoel ook weer terug. Toen ik de beelden terugkeek, was er zelfs kippenvel (dat gaat mij zelfs iets te ver om over m'n eigen tekst te zeggen..).
Want wat was het spannend en wat kwam het voor de buitenwereld toch wel als een verrassing dat Dumoulin opeens meedeed voor de medailles. Het cliché is dan om te zeggen dat het zilver was met een gouden randje. Maar dat vind ik altijd onzin: het was de mooiste zilveren medaille ooit, een gouden zilveren medaille dus!
Hierboven lees (en zie) je het eerste deel uit de serie met mooiste wielermomenten van het jaar: de mooie marteltocht die Mathieu van der Poel zichzelf aandeed in de Tirreno. De komende weken volgen nog meer mooie wielermomenten uit het fraaie wielerjaar 2021!
- Cor Vos