Onlangs kon u al lezen over de voedingstips van Victor Campenaerts, maar de Belg blijft op zoek naar meer details om beter te worden. Zo start Campenaerts iedere dag met een ijskoude douche, is hij zo'n drie keer per week te vinden in een koude zwemvijver en doet hij voor het slapen gaan met de ploeg ademhalingsoefeningen voor het bevorderen van de nachtrust.
Allerlei trainingstechnieken die ervoor moeten zorgen dat hij beter gaat presteren, maar moeilijk meetbaar in de koers. Van de daaltrainingen van Oscar Saiz heeft hij wel gemerkt dat het hem helpt in koers. “In de Giro vorig jaar won ik een rit nadat ik Oscar Riesebeek onder druk kon zetten in een afdaling”, vertelt hij tegen Het Laatste Nieuws.
“Riesebeek kreeg krampen in de sprint, omdat hij in de afdaling daarvoor na elke bocht het gat op mij moest dicht rijden. Ik ben er redelijk zeker van dat mijn daaltraining met Saiz daar geen kwaad aan heeft gedaan.”
Wintervoedingtips voor de fietser van Victor Campenaerts: van soep met lettervermicelli tot kikkererwten
Op het trainingskamp van Lotto Soudal heeft de ploeg twee dagen een daaltraining gevolgd. “Dat begon op een parking, waar we rond kegeltjes moesten rijden. Daarna reden we een afdaling, steeds dezelfde afdaling, twee tot drie uur aan een stuk. Eén voor één heeft Saiz ons gevolgd, geanalyseerd, verschillende focuspunten gelegd.”
“Zo zit de ene renner heel goed op zijn fiets, verdeelt hij zijn gewicht perfect, maar stuurt hij te vroeg in de bocht en komt daar veel te breed uit. Die renner moet dan op zijn lijn focussen. De andere heeft een goede lijn, maar zet al zijn gewicht op zijn voorwiel, waardoor zijn voorwiel weg kan schuiven.”
Nog een tip van Saiz. Met 80 kilometer per uur remmen op de voorrem. “Als je vijf kilometer per uur rijdt en je slaat je voorrem dicht, dan ga je op de kop”, vertelt Campenaerts. “Rijd je 50 kilometer per uur, dan mag je zo hard in de voorrem knijpen als je wil, dan ga je niet overkop.”
“Op die manier remmen is veel krachtiger en zelfs veiliger dan remmen op de achterrem. De remafstand wordt ook nog korter. Je kunt die 80 kilometer per uur veel langer aanhouden dan een renner die 200 meter eerder begint te remmen. En dan win je tijd.”
Beeld: Cor Vos